3
grond is om te geloovendat de in dit leven
beoefende Wetenschappenook in het toekomend
leven tot vermeerdering van den gelukstaat der
gezaligden zullen kunnen dienen Bevindt men
bij dit onderzoekdat er genoegzame reden be
staat om zichbij het beoefenen der Weten
schappen, te vleijen met het vooruilzigt, dat
hetgeen wij liier aanleeren eindeloos ons zal bij
blijven en tot vermeerdering van onze zaligheid
dienendan verdient het gewis ook verdere na
sporing: welke de Wetenschappen zijnwaarop
de mensch zich in dit leven vooral behoort toe
te leggen ojji van derzeiver aanvankelijke ken
nis ook aan gene zijde van het graf de zaligste
gevolgen te kunnen hogen. Dezelfde prijsvraag
verlangt dan ook dit verdere onderzoek, het
welk wij van te meer belang mogen achten
omdat de ondervinding leert, dat men, bij de
opvoeding der Jeugd en het aanleeren der We
tenschappen over liet algemeenweinig acht
slaat op het meerdere nuthetwelk wij ons van
de eene Wetenschap boven de andere mogen
beloven voor de eeuwigheideen onderwerp
over
Zelve kwam in 1818 slechts één antwoord in; doch hetwelk, hoe
Steer veel goeds en schoons bevattende geoordeeld wierd niet te
kunnen bekroond worden, waarom de prijsvraag bij het programma
Van 1819, nogmaals ter beantwoording wierd voorgesteld.