*77
<len brief van Petrus, in geenen anderen zin
bunnen worden opgevat. Zij wordt ten grond
slag gelegd van vele zedelijke voorschriften, zoo
wel doorJMozËs als door Petrus, en door den
laatsten ook in dien zintoegepast met deze
woordenGelijk Hij die u geroepen heeft hei
lig iszoo wordt ook gij zelve heilig in al uwen
wandel. Gods deugden een voorbeeld voor
menschendit is dan de algemeene stelregel in
o o
deze vermaning begrepenofschoon dezelve in
bet wetboek van Mozes nog in bijzonder ver
band wordt gebragt met instellingen en voor
schriften, die eigendommelijk bij het oude Is
raëlitische volk te huis behooren, alhoewel zij
tevens eene zedelijke bedoeling hebben (bb).
Ook deze stelregel is van het uiterste gewigt
in eene Gillisten maatschappij ter bereiking
van haar doelde vestiging van het algemeen
en bijzonder welzijn op waarlijk goede zeden.
Niet alles toch wat den naam van goede zeden
draagt, verdient denzelven. Hoe verre loopen
niet dikwijls de gedachten der wijsgeeren over
het geen de zedelijkheid vordert toestaat of
12. ver-
(bh) Bijv. Levit. XIX, 58. 9, 10, 19, ao—22, 2025,
2628, 3o3i. Verg. H. XL ahvaa* deze vermaning in betrekt
king tot de wetten, omtrent de onreine dieren voorkomt v. 44 ,45.
"Verg. Perponchkrs Aanm. op de Bijbeloverz* Michaelis tq
dexer pl, en bij bet XIX. H.