*83 naar eens anders eigendommaar zulk eene be geerte door godsvrucht en redegebruik te ver- foeijen en te vermijdenop diepe menschen- kennis gegrond is, liet kwaad in de beginselen zoekt voor te komen of te keer te gaan. Deze Wot moge zich tot weinige hoofd-bijzonderhe den welke de eerbiediging van eens anders regt van eigendom betreffen, opzettelijk bepalenen daarbij, gelijk bij de keuze der overige gebo den die hier als grondwetten van Staat voor komen de bijzondere aard en toestand der Is- raêliten door den Goddelijken wetgever, wijs- selijk zijn in achtgenomen; wij worden echter door dezelfde wet, tevens van ter zijde opmerk zaam gemaakt op de hoofdbronnen der ondeugd: kwade begeerlijkheid, booze neigingen, drif ten, lusten. Wij vinden hier eenen algemeen geldenden zedelijken grondregel van de uitgebreidste nut tigheid slechts op bijzondere gevallen toege past. Deze grondregel moet eiken aandachti- gen beschouwer dezer wet, die tevens zijn eigen hart gadeslaathelder dunkt mijin de oogen blinken. Onze eigene natuur toch leert ons dat onze begeerten van welken aard die ook zijn wanneer zij worden gevoedallengskcns fuik eene sterkte erlangendat wij branden van

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 493