*9*
lijlce pligten afgeleid, als ontferming over den
armen en behoeftigon bij den oogst, eerlijk
heid trouw en af keer van bedrogeerbied
voor den eed-, onthouding van verdrukking en
berooving des geringentijdige betaling van
den loon des daghuurdersmeedogende behan
deling van gebrekkigen, regtvaardige bediening
des regts zonder aanzien des persoonsver-
focijing van hatelijke bespieding, vereerend ont
zag voor den grijzen ouderdom. Voeg hierbij
dat de onderhouding van 's lands burgerlijke
inzettingen en van diewelke ter handha
ving van de Godsdienst strekken, als eene Gode
behagelijke pligtin dezen zamenhang mede
wordt aanbevolen; en voorts in 'tgemeen volks
liefde, gepaard met liefde jegens den vreemde
ling. Staaft dit voorbeeld niet de vruchtbaar
heid dezer wetten in de zuiverste voorschriften
en grondbeginsels van regt en goede zeden
welke ter opheldering der maatschappelijke plig
ten jegens God en menschenook onder Chris
tenen op velerlei wijze bruikbaar zijn Spreidt
liet geen helder licht over het gezag, dat aan de
Mozaische wetten ter beslissing van bet geen ze
delijk goed en kwaad, regt en onregt is in eene
maatschappij van Christenen, moet worden toe-
ge-
(A/*) Zie bet vorige Hoofdst. dezesr A&i,