194) zeiver grondregelenkan en moet worden over genomen of niet. Somtijds is liet gezag ter ont knooping van eenig zedekundig vraagstuk ,nan eene geheele wet; somtijds aan een gedeelte toe te kennen. Somtijds schijnt eene wet met de Christelijke zedeleer niets gemeen te hebben, ja strijdt daar zelfs mede, en heeft nogthans eenen zedelijken zin en bedoeling, die als onder de zinnelijke oppervlakte verholen ligt, en, met scherpzinnigheid opgespoord, de belang rijkste leering aan de hand geeft. Tot een voorbeeld dezer laatste soort mogen de afge schafte spijs-en reinigingswetten dienen,benevens diewelke de uitwendige plegtigheden van de Israëlitische Godsdienst of de Tempeldienst betreffen. Hoe de Apostel Paulus tegen derzel- ver voortdurende waarneming ijverde is ons boven gebleken (kk). Hij leidde echter, ge lijk wij tevens zagen (U)uit dezelve zede lijke leeringen af, en de brief aan de Hebreën is vol proeven eener scherpzinnige toepassing van den zedelijken zin en bedoeling der Israëli tische Godsdienst-plegtigheden op de Christelij. ke (M) Deel II, i Afd. 1 Hoofdstuk. Hier en daar ter aangehaalde plaatse en voorts in het 2de d*ch meer by zonder ia het 3de Hoofdstuk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 504