*98 zedelijke leeringen kunnen worden afgeleid welke ook in eene maatschappij van Christe nen heldere stalen van zich afschieten, ter op heldering eener reine deugdsbctrachting op zui vere Godsvrucht gegrond. Ik wilde door de ze aanwijzing tevens doen zien dat het ge zag van sommige Mozaïsche wetten ter oplos sing van het geen zedelijk goed en kwaad, regt en onregt is in eene maatschappij van Christe nen zich geenszins uitstrekt tot de wetten zel ve, zoo als zij daar liggen, maar alleen moet worden toegekend aan dat zedelijk onderwijs des Wetgevers in de voorgeschrevene instellin- O o gen doorstralende. Een ander soort van zedelijk onderrigt laat zich ontwikkelen uit wettendie op zichzelve reeds ten minste met eenige wijziging bruik baar zijn voor de Christelijke zedeleer, maar daar en boven nog eene bijzondere zedelijke be doeling verraden. Hiertoe schijnen die wet ten welke eene meedoogende behandeling der dieren voorschrijven, te behooren. Dezelve zijn zoo ingerigt, dat zij niet onduidelijk het doel openbaren om eenen afkeer van wreedheid in te boezemenmedelijdendheid en zachtheid van aard als eene Gode geyallige geestgesteldheid aan

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 508