202 Christelijke maatschappijregtstreeks toepasse lijk mogen gehouden worden. Dat Mozes deze ■wetten verklaarde voor een stuk van die wet der zeden ofzedeleer welke, vóór zijnen tijd reeds van kracht en Goddelijk regt geweest is, en altoos blij ven zal, is eene juiste aanmerking vanMiCHAe- liis (zz). Hij grondt zich daarop, dat de volkeren die vóór de Israëliten in Palaestina woonden dat isde Canadnitendie de bijzondere wet der Israeliten zoo weinig aanging als ons, ja nog weinig erterwijl zy in hunnen tijd nog niet was gegevenbij gevolg van hen niet eens konde ge lezen wordendoor dit alles zich en hun land hadden verontreinigd dat God deze zonden aan hen heeft gestraft en dat hun land hen daarom heeft uitgespogen Hoe deze huwelijks verboden daartoe dienenom de hoererij in de familien te verhinderen, toont hij insgelijks overtuigend, zoo mij voorkomt, aan (b). Mozes wet op de echtscheiding (c)waarbij den man veroorloofd wordt eene vrouw, die hem niet langer gevaltecnen scheidbrief te geven, is van eenen geheel anderen aard. Bij dit (zz) In zijne Varh. ovet de Huwelijks wetten Hoofdst. II l4volgens de Nederduitsche vertaling. (a) Levit. XV11Iu4, a8. (h) In de laatst aangeh. Verb, Hoofdst. V, 46—5o. Over deze wet is breeder gehandeld Deel I, Afd, li, H« IL

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 512