9 Wetenschappen ook, in het toekomend leven tot vermeerdering van den gelukstaat der ge- zaligden zullen kunnen dienenen blijkt het, dat er grond is voor dit geloof, dan moet het tweede hoofddeel dienenoin nader te onder hoeken welke die Wetenschappen zijnwaar op de menschnaast de kennis van God en zyne dienst, zich in dit leven vooral behoort toe te leggen, om van derzelver aanvankelyke kennisook aan gene zijde van het grafde zaligste gevolgen te kunnen hopen? In deze or de ga ik dan nu over tot de behandeling der zoo belangrijke prijsvrage. Het gelukke mij slechts eenigzins al de gewigtige stof, welke zij ter overweging aanbiedt, behoorlijk te ontvouwen en naar der zeiver hooge waarde voor te dragen Zelfs gevoele ik wat ik wage met dit te beproe ven en dat. ik, bij liet voornemen daartoe, meer met mijnen goeden wil en mijne zucht voor de Wetenschappendan met mijne krachtente rade ga. Ik wil mij evenwel door dit gevoel niet laten afschrikken. Hoe ook het oordeel van de bestuurders van het Zeeuwsche Genootschap over het wel of kwalijk gelukken mijner po ging moge uitvallenvoor mij zeiven ten min ste kan zij niet vruchteloos zijn. EER-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 53