II
moet worden gegeven. Op deze wijze schijnt
het mij, dat het gezegde onderzoek het on-
partijdigst, geregeldst en volledigst zal kan
nen afloopcn en durf ik mij vleijen, dat hetzel
ve zoo veel belangrijke stof zal opleverendat
geen wijsgerig Christelijk beoefenaar der We
tenschappen zich ligt zal beklagen den tijd en
de inspanning aan derzelver overdenking te kos-
te gelegd.
Uit den aart der zake schijnen er verscheide
ne bewijzen te kunnen worden afgeleid, om ons
te overtuigendat er stellig kan en moet wor
den geantwoord op het eerste gedeelte van de
prijsvraag en dus vastgestelddat er alleszins
voldoende grond is om te geloovendat de hier
beoelende Wetenschappen en aangeleerde kun
digheden den gezaligden in den Hemel zullen
bijblijven ter vermeerdering en verhooging van
hun geluk.
In de eerste plaatstochverwekt het reeds
een gunstig vermoeden voor dit geloofdat er
in hetgeen hetzelve ons doet verwachten veel
overeenkomst (analogie) is met hetgeen wij
reeds hier op aarde ondervinden.
De ondervinding leert onsnamelijk dat de
lievelingsoefeningen onzer jeugd doorgaans ook
nog in rijpere jaren onze lievelingsbezigheden
blij-