M ons overgaan tot een volgend kyenze)per jzal tocli wel niet onze ziel op eeimiaal warden Qpjrr daan yan alles, wat wij hier hehhen aapgpv leei dniet op eenmaal onverschillig wprdqij omtrent alle die Wetenschappen, in welke zij zich hier met lust en ijver heeft geoefend niet op eenmaal vatbaar voor geheel andere bezig heden, dan haar hehhen onledig gehouden ep ook het genothetwelk hier onze ziel uit voor werpen, waardig barer belangstelling heeft ge smaakt, zal gewis dan niet op eens ophouden voor haar eenige waarde le hehhen. De schat ten van kundighedendie wij ons hjer hebben verworven neinen wij dus mede in een volgend leven. Daar zullen wij voortzetten de oefenin gen welke de dood ons hier beval le staken het genoegenhetwelk ons hier het toenemen in nuttige kennis deed smakenzal daar aanvan kelijk een gedeelte van ons geluk uitmaken. Hetgeen wij hier hebben aangeleerd zal hij voort during als het warede grondslag blijven van ons verder toenemen in kennis, en zoo zullen de Wetenschappen, hier door ons beoefend, eene blijvende waardij behouden tot vermeerde ring van onze zaligheid in het toekomstig le ven vopr zoo verre zij ten minste eenigzins geschikt zijn om ons derwaards te vergezellen. - Eène

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 75