begeerte worde voldaan. Het weinige nu, het
welk noodig maar ook voldoende is, om ons
aan te sporen en in staat te stellen tot het werk
onzer voorbereiding voor den Hemel leert ons
de Bijbel duidelijkmaar niet hetgeen wij ver
der mogten verlangen te welen in de hijzonder-
heden van het heilop hetwelke wij hopen na
onzen dood. En dat met zeer veel wijsheid. Zoo
werkt hij mede om onze verbeelding maar al
te genegen, om ons in menigvuldige minnuttige
bespiegelingen te verdiepen en zoo van de hoofd
zaak af te trekken, binnen de palen te honden:
zoo zocht hij ons met onze aandacht en weetlust
vooral te bepalen bij het noodige, daar hij den
kring van ons onderzoek niet te ver uitbreidt,
noch te zeer vermenigvuldigt de voorwerpen
onzer kennisneming.'
Veel van hetgeen ons de Bijbel zou hebben
kunnen openbaren van den toestand onzer zielen
na den dood van onze ligchamenvan derzelver
werkzaamhedenwijze van bestaan en genieten
enz.zou welligt ook zeer verkeerd door ons
worden beschouwd en beoordeeld om dat wij
hier niet op het regte standpunt zijn geplaatst
6m hetzelve rest te beschouwen en te beoordeelen.
Want gelijk wij onsals kinderenniet kun
nen verplaatsen in de mannelijke wijze van den
ken, gevoelen, genieten, spreken en handelen»
zoo