36 ■welke de Bijbel zelve ons geeft van ohs tegen woordig leven, wanneer hij ons leert, dat wij hier wandelen door geloof en niet door aart- schouwen. (rn) Doch in het hijzonder behoeven wij er ons vooral ook niet over te verwonderendat wij in die Heilige Schriftendoor welke het leven en de onverderfelijkheid is aan het licht gebragt weinig of niets vinden geleerd althans uitdruk kelijk, aangaande den bijblijverrden invloed der hier door ons beoefende Wetenschappen en daar door aangeleerde kundigheden op de bevorde ring van ons geluk in de toekomstige huishou ding. Want ook hiervan is meer dan eene rederr te geven. Die Heilige Schriften vooreerstzijn niet al leen geschreven voor wijsgeren en zulkendie het noch aan den tijdnoch aan hulpmiddelen i noch aan de vermogens ontbreekt, om zich met ijver en goed gevolg op de beoefening der We- tenschappen te kunnen toeleggen. Zij moeten ook, en niet minder, dienen, om zulken wijs te maken tot zaligheiddie geene Wetenschap pen aanleeren of aanleeren kunnen. Want de Bijbel is niet alleen een boek voor priesters, geleerden en aanzienlijkenmaar ook voor het volk (m) II Cor, V. 7,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 80