49 deel der wetenschappen te hetoogen -(«),- en kon het streng en voldoende worden bewezen, dat de schadelijke gevolgen, welke hij en anderen .aan dezelve hebben toegeschreven, haar inder- .daad mogen en moeten worden te laste gelegd, dan zou er wel geen twijfel zijn of'wij zouden de wetenschappen, in plaats van bevorderlijk aan ons geluk in de toekomstige wereld, inte gendeel veeleer hoogstschadelijk aan hetzelve moeten achten. Want, benevens de kunsten, beschuldigen zij de wetenschappen niet alleen van het stichten van velerhande nadeelen en on heilen voor de Maatschappijmaar zij achten ook derzelver vlijtige beoefening te zijn van de allerbedenkelijkste gevolgen voor deugd en goe de zeden. En verdienden de wetenschappen de zen haar opgelcgden blaamdan ware het ge wis onmogelijk, dat zij zouden kunnen dienen, om hiernamaals op den dunr bevorderlijk te zijn aan ons geluk. Hetgeen toch moet dienen en bijblijvend medewerken tot bevordering van het genoegen en de zaligheid'des Hemels, kan onmogelijk van dien aard zijndat het hier' de. orde en welvaart van de Maatschappij ver stoort: en veel minder nog kan het mogelijk 7 fcih1, (e) Yoyez son discoursqui a remportè le prix d F acadé mie de JDijon 1700. Oeuvr. Tom. XIII p. 2ë suit. edit, de ÖeuJC Ponts 1782.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1835 | | pagina 93