52
heid ten gevolge hebben. Behalve van alle de
ze maatschappelijke nadeelen beschuldigen Rous
seau en anderenin navolging van hem de
Wetenschappen ook nog van veel erger schade
lijke gevolgen voor deugd en goede zeden. Zij
geven voor dat de beschavingdie derzelver
beoefening te weeg brengt, het Christelijk geloof
en opregte pligtsbetrachting vernielt', dat zij
weelde en losbandigheid voortbrengt enop
hare beurt ook weder door dezen wordt onder
steund; dat zij den rijkdom voedt en daardoor
eene oorzaak is van tallooze ondeugden en dat
zij eene zucht doet ontstaanom te behagen
welke meer naar deu schijn der deugd, dan
naar de deugd zelve doet jagenen geveinsd
heid van karakter de plaats van opregtheid en
welmeenendheid doet vervangen.
Heeft men alle redenom zich te verwonde
ren over het aantal en de zwaarheid dezer be
schuldigingen niet minder bevreemdend en on
geschikt om aan dezelven cenig gezag bij te zet
ten was de aanleidingwelke Rousseau be
woog, om dezelve voort te brengen en staande
te houden. De Akademie van Dijon in Frank
rijk loofde namelijk eenen eereprijs uit op de
beantwoording der vraag: Of het herstel der
fVietenschappen en Kunsten eenen voordeeligen
in~