54
schijnt te hebben bewogen tot bet beweren van
bet nadeel der Wetenschappenzoo schijnt het
de zoo algemeene neiging, om het eenmaal,
vooral met toejuiching, beweerde staande te
houden, te zijn geweest, die hem vervolgens
zijne eenmaal aangenomene stelling heeft doen
staande houden en verdedigen: en noch het
eenenoch het andere kan ons een zeer guns-
tig gevoelen van derzelver waarheid inboeze
men.
Andere meer wijsgerige en uit den aard der
zake ontleende bedenkingen tegen de Weten
schappen in het algemeenals van geene guns
tige strekking ter voortdurende bevordering van
het geluk des volgenden levenszijn mij niet be
kend. Ik erkenne het, zeer breed kan men
uitweiden over het misbruik der Wetenschap
pen en het nadeel van eene overdrevene beoefe
ning van dezelve. Men kanniet geheel zon
der grondhet gevaarhetwelk de beoefenaar
der Wetenschappen loopt, om of misbruik van
zijne aangeleerde kundigheden te maken, of
zich zoo geheel aan zijne geliefkoosde oefenin
gen over te gevendat hij vergete dat hij hoo-
'gere pligten heeft te betrachten, dan zich toe
te leggen op de letteren; men kan, zeg ik, dit
jgevaarniet zonder grond als vrij groot voor
stel-