Ï01 in zóó treurigen toestand, dat de Graaf Zelf de over stroomde landen droog moest laten maken (Mieris, II. 599, 600), ja in 1340 het getneene land van Noordbere- Innd onder de verpligting brengen tot het bekostigen van elke inlage, welke noodig geoordeeld werd aidbl. 634). Daar tegenover stonden incusschen ook de aanwinsten op andere puntenwant in 1358 verkregen die van beoosten IVijtvliet van Hertog Albert de vergunning, om de Waal af te dammen en de Last aan Noordbeveland te hech ten Qa/d. III. 67). Ja, in 1386 verkocht dezelfde, aan den Abt van Middelburgtusschen de 3700 en 3800 geme ten landsdat wi dair dikeden uter Zóutervloeden (_a/d. 440, 442) en die waarschijnlijk in den Meershoekten N. van Cortgeen gelegen waren. (47). In de 23s'e aapt. heb ik reeds met een woord van IValcherens oude dijkgraafschappen gewaagd. Hier zal ik nog het een en ander op dit punt ter staving van het in den tekst gezegde moeten bijvoegen. De eerste, oudste en grootste dezer wateringen is die der zoogenoemde Vijf Ambachten (ook wel eens de Noord- watering genoemd)aldus geheeten naar de oudste bedijkin genwelke aan de JValacrcn of de bew'alde akkers, op welke Domburg lag, plaats hadden. Zij zijn thans bekend als PoppekerkeBouditiskerkeMeliskerkeMariakerke en Grijpskerke. Voorheen droegen zij ook andere namen gelijk b. v. Melis- of Meiloskerkewaar de Abt van Middelburg de Xden bezat, dat in de XlIIde eeuw ook Hugen-Boidens-Am bacht geheeten werd (M ieris, I. 554). De Swalinge en Pekelinge maakten het langst de scheiding tusschen deze en de oostelijke gronden. Bij Mariakerke, door Aon Poppendom afgedamd, verrezen in dezelve ten N. de 100 gem. van Grijpskerkewelke tot de Oostwatering behoorenHonde gems Ambachten het deel van Serooskerkehetwelk bij de V Ambachten gerekend wordt. Ten Z. werden de JVe- rendijk (voor 1316. Mieris, II. 187) en de Zoutelanden gewonnen. Hoe vroeg deze afdamming plaats hadkan men daaruit afleiden, dat men, ten jare 1251, Gapinge reeds als eene bekende heerlijkheid aantreft; dat er in 1260 van schikkingen gewaagd wordt omtrent de Xden in Peke- Un-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 112