106
deze was, zoo veel ik weet, ook de laatste. Over de
aanwinsten en zamenvoeging ten O. en N. zullen wij in
aanteek. 74 het een en ander bij brengen.
(48). \Biadz. 20.] De Striene had oudtijds haren loop
van het N. O. naar het Z. W. Ten O. van Nieuw Vosse-
vieer stroomende, bespoelde zij de kusten van N. Braband,
ging daarna achter Tholen om en vereenigde zich tusschen
Poortvliet en Schakerloo met de Schelde. Op dit punt
werd zij in het begin der XIV<H eeuw afgedamd in den
Streijen-polder en Streijen-ham (Boxhorn, II. 137.
Mieris, lf. 89).
Van de Zoutêe tusschen Scherpeiiisse en Poortvlietvindt
men het overblijfsel in den, in 1327 bedijkten, Zoutenpol-
der ook Heer Hugenpolder genoemd (Mieris, II. 424,
vg. III. 658). Men noemt den dijk tusschen deze heerlijk
heden wel den nieuwendijkdoch hij is eigenlijk slechts een
in 1645 verzwaarde oude dijk, welke Poortvliet weder be
veiligen moest na dat Scherpeiiisse gevloeid was. Die
oude dijk loopt noordwaarts voortonder den naam van
de Rand, of Vrouw Betkensdijk. Tien jaren vroeger had
den die van Scherpeiiisse en IVestkerke verzocht en verkre
gen dat zij een slaperdijk mogten leggenbeginnende
van de inlage van IVestkerke, en oost opgaande tot aan den
binnendijk van Poortvliet QStat. Not. 1635, f°« 791 80).
Die slaperdijk is thans zeedijk; die binnendijk de tegen
woordige nieuwe dijk, welke, gelijk gezegd isin 1645
verhoogd en verzwaard werd (vg. Stat. Not. 1645, fo. 73
en 198).
Scherpeiiisse en Poortvliet beide zijn van hoogen ouder
dom en komen ten jare 1206 reeds als een bijzonder eiland
voor. Het was toen gedeeltelijk in bezit van den
Burggraaf van Zeeland, Hugo van Voorne, die er
een burgt bezatwelkeom dat Hugo de partij van
Ada gevolgd was, in 1206 ingenomen en verbrand werd
door den Domproost Floeis van Utrecht. In navol
ging van Boxiiorn (II. bl. 51) maken ook de Schrij
vers van den Tegetiwoordigen Staat van dit éér.e kasteel
tweedén onder Scherpeiiisse en één ouder Poortvliet (bl.
548 552). De zaak is echter deze. Scarpenesse was