107
liet oudste gedeelte des lands, waaraan Oostwaarts de pol
der van Poortvliet en Westwaarts IVcstkerke waren opgeko
men. In Poortvliet had Hugo van Voorde vele zoo
niet alle, gronden en op dezelve zijnen burgc. M. Stoke
(D. II. bl. 42) noemt dezen, sine veste in Poortvliet. -
liet Citron. Mon. Egmond. (p. 210 Edit. Kluit) tnuni-
tionem Hugonis Scarpenesnaar den lioofdnaam van het
eiland, hetgeen geheel aan den Graaf van Los werd
toegekendeven als StavenisseDuiveland en Dreischor
(vg. Kluit, II. 1. p. 301). Naderhand werden, ten
N. van den Rand, de IVjhoekcn Mallant CuiveelBar-
telmoer en Priestermeet polders aangewonnen. De juiste
tijd is mij van allen niet bekend. Mallant moet reeds in liet
begin der XIV<le eeuw gewonnen zijn (M ier is II. 691.
Vg. III. bl. 625 met 658). Bartelmoer desgelijks (vg.
Mieris, II. 353). De Smaalsie (of smalle zijdej en
Baarsdijkspolders werden in 1455 in erfpacht uitgegeven
(Ermerins, bl. 71 en 72); ruim vijftig jaren latei-
werden zij bedijkt. Zij worden vermeld op de steenro! van
Beoosten Schelde onder de nieuwe landen die in V jaar 1511
eerst bereden zijn geweesten schotbaar werden gemaakt in
1512 (Z. 4'le Steenrol B. O. Schelde, A°1692, fo. 48 en
51 vso.) De Pluimpotwelke daarmede gedeeltelijk ver
nietigd, doch eerst naderhand in 1556 geheel gesloten en
achtervolgens bedijkt werd, is genoegzaam bekend. Zij
liep tusschen Poortvliet en Maartensdijken eindigde bij
Scherpenissc iii de Iiaastéenaar welke St. Maartensdijk
voorheen Haastinge genoemd werd (Mieris, III. bl.
238). Reeds voor 1315 was aan dezelve ook de Muije-
polder gewonnen (aid. II. 261).
Door den Holrliet was Maartensdijk van Stavenisse ge
scheiden hetwelk bovendien ten N. door den Breevliet
nog genoegzaam bekend bespoeld werd. Eeii overblijfsel
van den eersten is nog in het Zuidmoer te vinden. Het
laatste overblijfsel is in 1731 in den nieuwen polder afge
sloten. Ook dit deel was A°. 1206 een afzonderlijk eiland
(Kluit, II. 1. p. 301), en had zijne bijzondere Heeren
(ib. p. 368. Mieris, I. 376, 543), maar het werd in
1304 overstroomd (R e y e r s b e rc h II. bl. 106), en
eerst in 1391 herdijkt (Mieris, III. 580). Nogmaals
over-