overstroomd in 1509, werd liet eerst negentig jaren later, met Zuidmocr herwonnen (Hu nni us, bi. 111). Men kan dus Stavenisse voor een der oudsteen tevens voor een der jongste deelen van Tho'.cn doen doorgaan. (49). Schakerloowaarschijnlijk aldus geheeten ter on derscheiding van den tegenover liggenden Lode of Lodijk be hoorde met Tholen oorspronkelijk tot Braband. Zij stonden uit dien hoofde met Vossemeer in het geestelijke niet onder den Bisschop van Utrechtmaar onder dien van Luik. De Schelde en Striene waren de grenzen van dit Hertogdom. Op het puntwaar beide zamenkwamen was gezegde Loo of hoogte opgewassen. Ddar werd ook de Tol op gemelde stroomen, in naam van den Hertog, geheven, gelijk voor Zeelands Graaf te JJersekeroir. Toen in 1212 zij, die dezen Tol in leen hadden haddenzichuit hoofde van hunne afpersingen enz.een veroordeelend vonnis op den hals had den gehaald, werd dezelve voor de helft opgedragen aan Godfried van Breda (Miraïus, I. 570571, Kluit, II. 1. p. 341. coll. 2, 876). De andere helfc was vermoedelijk een deel van het huwelijksgoed van Maria, oudste Dochter van Hendrik I., Hertog van Brabanddoor haar, na den dood van haren eersten ge maal Keizer Otto, aangebragt aan Graaf Willem I. Het werd trouwens door dezen in 1220 verheven (K l u i t p. 428. Mieris, ad a.). Ten jare 1229 en 1231 ver kregen de Ilollandsche Graven hier meerdere bezittingen (Mieris, I. 204, 208). Eindelijk werd het geheel een domein (Ermerins, bl. 53 verv.). Van dezen Tol heeft dus Tholen beide en zijnen naam en zijne oorsprong. Dit eilandje had ten O. den Q uarenvlietlangs welken, 111 de XlVde en XV<ie eeuwen, ten N. de Dalempolder en ten Z. Vrouw BelyDeurlooBodeloot- en Razernijpol- ders bedijkt werden (Boxhorn, II. 170. Erme rins, p. 37 4°)- (50). Het eiland Duiveland, hetgeen mede ten jare 1206 voorkomt (Kluit, II. 1. 301), was toen nog niet hetgeen het tegenwoordig is. Het bevatte slechts Ouwer en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 116