109 en Nicuwerkerk met Duivelands Kapelwaarbij bet Slot Z-wa of Zwanenburg (bij Stoice, D. III. bl. 36, de Zwemer~) gevonden werd. Door het afdammen van de nog genoeg bekende Steene Zween of Zwaan werd er in die zelfde eeuw nog het Botland mede vereenigd. Het had toen ten Oosten den Marevlietnog onder den naam van geule aanwezigdoor het sluiten van dezen werden in 1353 de Oosterlanden aangewonnen (Mieris, II. 818). Door het afdammen der Duveléedie ten zuiden liep, werd Du- venoord in 1360 verkregen. Dit verkocht Hertog Albert aan Hendrik van den abeele,dieer Oosterstein stichtte aidIII. 119, 248. Vg. IV. 159). Deze landen vloeiden we! ten jare 1404, doch zij werden door Nico- laas van Borssele (die hier in 1387 groote goede ren verkregen had, aid. III. 474, vg. 546 en IV. 93) en Hk. van den Abeele weldra herdijkt (II ey- gersberch, II. 175). Hierbij werd in het oosten, ten jare 1467, nog Brui- nisse gevoegd (Er me rins, bl. 115), zoo dat sedert de Keeten en IVijdaars aan die zijde, de grenzen des eilands uitmaakten. Ten noorden was reeds in 1305 Sir Jam-land aangewon nen, hetwelk in 1288 van Dreischor was afgescheurd (Teg. Staat bl. 515). Ten westen, eindelijk, stroomde de Goldeen scheidde deze plaatsen van Schouwen. Deze stroom was reeds in de X<lc eeuw onder dien naam be kend, als wanneer (18 Januarij 976) Keizer Otto, on der meeraan de Abdij van St. Bavo te Gentbevestigde in pago scaldis super fluvium Golda terrain in qua possunt ali 900 oveset fronenes cum pluri- mis adiacenciis (Kluit, II. 1 P440). Ofschoon de in dezelve opgc-komen ruige plaat of Bettewaarde in de XlIIde eeuw reeds vrij aanmerkelijk was (Stoice, D. III. bl. 230 a69)was de stroom echter in het begin der XlVdc eeuw nog zoo aanzienlijkdat een belangrijke scheepsstrijd op dezelve geleverd kon worden aidbl. 378) terwijl gezegd Bettewaarde zelf eerst in 1612 werd droogge maakt en het zuidelijke deel van dezen stroom eerst in 1628 in den Gottwevcer-polder afgedamd. De noordelijke helft was echter merkelijk vroeger vcrland. In 1358 was al-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 117