5
ondanks alle aanwinsten der laatste honderd jaren in
zee en slikken herschapen AVat mogen wat moeten
wij dus niet vreezen wanneer wij ons deze dingen als
waarheid behooren voor te stellen?
Dan gelukkiglijk behoeven wij dit niet. Door eene
gezette en planmatige beoefening der vaderlandsche
geschiedenissen en oudheden worden wij tochniet
alleen overtuigd van net onware van deze en soortge
lijke volksverhalen en overleveringen maar verkrij
gen wij tevens de vergewissing, dat dit gewest nim
mer meer waarlijk bewoonbaar land heeft bezeten dan
thans en tevens nimmer beter bevestigd en dus aan
minder gevaar blootgesteld is geweestdan tegen
woordig. En niet deze overtuiging kunnen wij hier,
gelijk elders onze dagen in vrolijke gerustheid door
brengen en onze oogen des nachts door den slaap
laten sluiten, vertrouwende op de maglige bescher
ming van Ilem door wiens bijstand Zeekinds Leeuw
tot hiertoeschoon worstelende, nog altijd ontzwom
men is.
Alware deze de eenigc vruchtwelke, van zoodanige
beoefening der Zeeuwsehe geschiedenis kon worden
ingezameld, men zou zich reeds genoegzaam beloond
kunnen rekenen voor de moeite, welke er mede g-e-
3 O
paard gaat. Doch zij levert bovendien eene andere
ju de gevolgen nog meer heilzame indien ik mij niet
bedrieg: de kennis namelijk van den geregeldeu gang
dien de natuur in liet opwerpen vsrgrooten en aan
eenhechten dezer gronden en eilanden gehouden heeft.
lm-