137 Nicuwland ill 1358 was veroverd. Hierop volgde in 1400 de bedijking van Zonnemeer. (Wij hebben voor dit een en ander boven de bewijzen aangevoerd). Bommende met Belois en Natairs werden hier in 1412 bijgevoegd (Mie ris, IV. 194, 197), in 1443 het Zuider Nieuwlanden in 1487 de St. .Jacobspolderbeide bij Brouwershaven. In 1458 was op de Goide zelve de Jeroenspolder nog gewonnen. (77). Genoegzaam alle accressen van Maartensdijk lig gen aan de noordzijde. De Middel'andspolder was er voor 1359 (Mieris, III. 159). Na dat Frank van Borssele deze heerlijkheid verkregen had Qald. 238, vg. 499), ontving hij "111 1369 verlof ter bedijking van de Stroijk naderhand d e Noordpoldcr III. 242, vg. Box- non», II. bl. 170). Nog later won men aan den Bree- vliet en IVinkeléein 1431 het Uiterste Nieuwland (Box hor» II. bl. 201); in 1475 met St. Annaland ook Nieuw Ravensoorten in 1599 met Stavenisse Nieuw Maartens dijk. 15ij Poortvliet, door den in 1556 afgesloten Pluimpot langen tijd van Maartensdijk gescheiden zijn ook de noor delijke IFijhoeken van jongere dagteekening dan het overige. De Poortvliet zelve verzandde, na dat in 1307 de Striene was afgedamd. Het zelfde moeten wij van Tholen zeggen waaraan reeds vroeg de polder van 1500 gemeten was toe gevoegd. Van de oud en nieuwen Strijen polders, van 1307 tot 1310 bedijkt, is reeds meermalen gesproken. Jan van Cu at ill on, die in 1381 stierf, won den Da- lempolderwelken hij naar zijne geliefde bijzitSofia van Dalem, dus noemde. In die zelfde eeuw verkreeg men bovendien nog de Puit en Peukepolders oud Fossemeer Roland en den Broek. (Vg. Ermerins, Tholenbl. 38). Misschien bevreemdt het sommige, dat wijden polder van oud Fossemeer hier tot de XIV<1« eeuw brengen daarwij zelve boven (aanteek. 24) reeds ter dezer plaats van de Friezendijksche moerenals in de X111 d e eeuw aanwezig, hebben gesprokenen de uitgifte van Oud Fossemeer zich van 1410 dagteekent. Over beide dus eemvoord. Dat gezegde moeren de gronden der tegenwoordige Fossemeren bevatteden is buiten twijfel. Zij lagen van daarwaar Quarenvliet in de Striene vielen deze zich 2 met

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 145