138 met de Grevelinge en Vosvliet vereenigdeterwijl de Bolde enz. er den westelijken grens van uitmaakten (Ermerins, bi. 143 verv.). Doch nergens blijkt dat zij toen bedijkt zijn. Integendeel, het is zeker dat Hertog Willem in 1410 deze gronden, voor zoo veel Oud Vossemeer aangaat, en in 1414, voor zoo verre Nieuw Vossemeer belangt (wel ke beide partijen door de Heenetrecht of Eendracht geschei den waren) van nieuws aan eenige Heeren verkocht Qaid. bl. 10 verv.). Nogtans verzekert van Resen Qald. bi. 6) dat Oud Vossemeer reeds vóór dien tijd bedijkt was. Ook Reygersberch zegt (Chron. II. bl. 171) dat dit, ongeveer 1390, door F l oris van Borssele van St. Maartensdijk geschiedde. Daar hij evenwel in eenen adem spreekt van bedijkingen in Maartensdijkdie nogtans door deszelfs vader, Frank, in 1369 geschiedden, die het jaar te vorenna den dood van zijnen broeder F l 0 r 1 s Maartensdijk had verkregen schijnt hij ons den zoon met den vader te verwarren. Dit althans is ze kerdat de zuster van den jongeren F l oris met Jan van Botland gehuwd was wiens dochterClara, weder trouwde met Guino, den bastaard van Bloisdie met zijn broeder Jan, en Pieter van Botland, kleinzoon van Jan voorn., de helft der heerlijke regten van Vossemeer verkreeg. Dat ook de Botlands aanspraak op andere schorren in dien omtrek haddenblijkt uit Ermerins (bl. 40) en Mieris (IV. bl. 860). Wij stellen dus de bedijking van den Kerkcpolder in 1410; Oud Kijkuit en Leguit in 1433 of later; Schuddebeurs 1516; Mattenburg 1526; Slabbekoorne 1555; Hikke 1561 Nieuw Vossemeer 15 66; Vogelenzang 1567; Boerengors 1Ó30; Heerenpolder 1633 Ecndragt 1697. Ten N. van den Vosvliet was intusschen ook reeds Vrij bergen verrezen; hetwelk in 1418 werd uitgegeven. Het bestond uit drie gorssen welke te zamen bedijkt werden (Ermerins, 134); vloeide in 1511, doch werd her- dijkt in 1634, 1657 en 1748 in drie kleine polder- kens aid. St. Annaland bestaat oorspronkelijk uit VoxdalMallant en den Hamel. Het tweede was reeds in 1429 met Sommels- dijk aan Dirk van Z wieten geschonken (Mieris IV.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 146