6 Immers 200 wij deien gang kunnen naspeurendan zijn wij op den weg ter verkrijging van vaste beginse len voor de versterking onzer uitgebreide zeewerken en het beramen van grootsche ontwerpen in betrekking tot deze eilanden. Iedere bijdrage ter bevordering de zer kennis heeft dushoe gering zij overigens zijn moge in zooverre ten minste eenige waarde als zij den waarachtigen welstand van dit gewest bevorderen wil. En juist dit is het M. H.wat mij bewogen heeftom mijne bijzondere denkbeelden hieromtrent niet langer terug te honden maar in deze vergade ring van aanzienlijke en geletterde Zeeuwen eer.ig- zins te ontwikkelen daar ik niet weetdat zij door- iemand anders gevormd, of ten minste openlijk voor gedragen zijn. Ik zal dus uwe aandacht bepalen bij de aloude ge steldheid en de geregel/Ie vorming der landenwelke ons tegenwoordig Zeeland uitmaken. Ik durf mij vleijen M. ÏI. dat de keuze van dit onderwerpook zonder aanmerking op mijne eigen lijke bedoeling, u niet geheel ongevallig zal zijn. Bij herhaling is door dit Genootschap het ecregoud uitgeloofd voor de beste opgaven der Aardrijkskundige gesteldheid van Zeeland en Zeeuwsch Vlaanderenvan de oudste tijden tot aan het einde der XI Vd' eeuw maar het heeft zelfs geen enkel antwoord mogen ont vangen En wie zou het ook gewaagd hebben, bij het leven van mannenals wijlen onze voortreffelij ke voorzitter Ridder N. C. Lambreciitsen van R 1 x-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 14