112 St. Jacobs cn den Vogelcnzandpolderweshalve men besloot aldaar inlagen te leggenter lengte van 300 roeden. In 1664 waren er van het fogelenzand nog slechts 109 gem. 225 roeden overig, De vloed van 1682 deed het eindelijk geheel bezwijken, en maakte de kust nagenoeg zoo als zij nog is. Volgens den overlooper van 1776 was de watering der drie heerlijkheden met polders en vroonetiin alles nog groot 3365 gem. 92rocd.en dus bijna 1000 gem. minder dan in 1480. Wil iemand het meer in bijzonderheden nagaan zoo wete hij dat het l'rigelenzand in 1622 groot was 212 gem. 82 roed. de in 1680 verloren St. Jacobs- polder bevatte 45 gem. 152 roed.; de in 1628 verlaten Raduwvlecht-polder, onbekend; de in 1Ö09 verloren Nieuwe Dierik polder 164 gem. 261 roed. de Maria Magdalena- polder 93 gem. 139 rood.; de Lutiano-pMer 47 gem. 190 roed.; O. trouwe-polder 5 gem. 7 roed., en de in i6o<5 met Paschen bezweken Oude Dierik-polder, onbekend. Een gedeelte dezer gronden behoorde nogtans onder Eve- r'ure. Nog treuriger was het op de zuidelijken punt van Borsselein de heerlijkheden EreringeEllewoutsdijk en Coudorpe gesteld. Hier begonnen de grondbraken vooral in 1519, wanneer men in Coudorpe 55, in Everinge 160 gemeten moest uitslaan welk getal op het einde der XVIldc eeuw tot 679 gem. 19 roed. was opgeklommen (13 o x 11 o 11 n en Sm ai, legange 1. 1.). Met het be gin der XVIII'le eeuw naderde evenwel het diep, volgens de rapporten van 's lands Inspeccetiren nog sterker op de kusten. Ondanks het zware gesehotmoest men in 1711 4800 opnemen. Deze waren in 1714 wel afgelegd, doch men had toenbij een gesehot van f 8 per gemeteen kwaad slot van f 5515, terwijl men de pacht der lande rijen op f 7 schatte 1 In 1715 werd het nog al niet be ter zoo dat het gesehot over dat jaar alweder f 8 per gemet moest beloopen ja, in 1721 moest men, met toe stemming der Staten van 7 Februarij op nieuw eene lee ning aangaan van f 55000. Ondanks dergelijke opofferin gen van den kant der ingelanden zouden evenwel deze gronden niet te houden geweest zi.in zoo niet de Provin ciale Staten deze calamiteuse bedijking ondersteund hadden door

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 150