M3 door bijna onafgebrokene remissien van ordinaire en extra ordinaire belastingen, en door andere onderstanden, zelfs uit Baarland enz.terwijl ook de (iende-houders en eige naren der vroonen het hunne moesten bijdragen. De Staten Notulen kunnen er de bewijzen van leveren. Even wel was de toestand dezer watering, ten jare 1749, weer hoogst gevaarlijk. De zeedijkvan de westnol tot aan het lange hoofd en verder noord-op tot Borsselewas in zeer slechten staat. Overal waren er breuken in het bnitenbe- loop van den dijk. De rijsberm lag zoo steildat dezelve op vele plaatsen geen steunsel meer had. De Inspecteu- ren oordeelden dus, tot behoud der watering, volstrekt noodig, of eene inlage, waarvan de kosten op 78,514 ge raamd werdenof eene overhaling van den dijkvan het lange hoofd zuidwaarts op, ter lengte van 350 roeden, welke men begrootte op 86,224. Hetzelfde werd in 1760 nogmaals noodig geoordeeld voor ongeveer 300 roe den dijksvan de haven tot aan den hoek van den staart het geen op 61,468 werd geschat. Soortgelijke kost bare werken zijn later bij herhalingzelfs nog in de laatste jaren, aldaar verrigt. Hoe sterk de stroom indrong, kan men onder anderen daar uit opmaken dat men aan den Zwe- merdam voor Everingewaar men in 1805 een val had gehad, op den 5 April 1806, 18 vademen waters peilde ter plaatse waar voorheen het steenwerk was geweest Het verdere gedeelte van Borssele levert de zelfde verschijn selen. Oud PVestborssele was ruim 4777 gemeten groot en kampte met grondbraken. De in 1616 bedijkte nieuwe pol der bevatte daarvan slechts 3379gemeten. Van deze moesten in 1686 alweder 55 gemeten, ten gevolge van grondbraken, verlaren worden; en in 1715 bezweek er de geheele IVol- fertspolder groot 242 gemeten 35 roeden. (80). Deze grondbraken dagteekenden aldaar insgelijks van het einde der XVde eeuw. In 1477 werden bij Rit- them en IVelsinge reeds eenige kleine polders buiten gedijkt. Ten jare 1527 verliet men bij IVelsinge weder 29 gemeten 122 roeden. Drie jaren later bij VliSsinge 21 gem. 79 roed. en bij Coukerke 42 gem. (Cox horn, 1.1. en bi. 125). llij het Placaat op het onderhouden der dijkaarije in IVal. chc*

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 151