148 dat het voorzeide land door alle deze inlagen en innn- datientegenwoordig zoodanig is verminderddat de moeren en uitgedolven landen, die nog over 130 of 140 jaren waren gelegen in 't midden van den polder, tegen. woordig zijn liggende aan den zeedijkwel ter lengte van anderhalve mijle wege" Staten Notulen van 1664, bl. 19). Smallegange (bl. xp83) deze verliezen tot op zijnen tijd opsommende, zegt, dat dezelve 3133 gem. 46 roed. bedroegen. Ofschoon de XVIIIde eeuw geene zoodanige verliezen heeft aan te Wijzen de Zuidhoek van Schouwen had nogtans ontzettend te lijden. Eenige proeven mogen dit staven. Een geweldige val had er den 19. Oc tober 1720 plaats aan de oostzijde van het Sluishoofd ter lengte van 80 roeden en van omtrent 30 roeden door den kruin. Men beproefde het gat te verzekerenen er werden aan besteed omtrent50 000 Naauwlijks was men hiermede zoo ver ge vorderd dat men meende het gevaar te bo ven te zijnof een storm uit het westen joeg het water opde dijk brak doorde Zuidhoek liep onder in den val had men daar na eene diepte van 8 vademenen de herstel ling kostte (volgens den Tegenw. Staatbl. 467) nogmaals230, 000 Het jaar te voren had het verzwaren der werken aan het Westhavenhoofd en der wes telijke inlage gekost, volgens Ermerins, (bl. 92) ruim153 277 De Cau's inlaag werd in 1726 tot 1728 gemaakt aid.voors 44 923 De aanmerkelijke zinkwerken aan den Zuid hoek van 1736-1741 aid.kostten s 282 ,723 Van 1748 tot 1751 kostten de onderschei dene vallen aan de IVest-nolvolgens de aan- teekeningen van den toenmaligen Inspecteur A. Paardekooper, aan herstel meer dan«14,262 Transportere f 775 185 Per

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 156