16 twee belangrijke takkentusschen welke de zoo be roemde Heedenessenwelke eeuwen lang den zui delijken grens van Zeeland bewesten Schelde uit maakten (25), gevonden werden. De zuidelijke Sine- fala geheeten (26), schoot langs het oude land van Vlaanderen in de rigting van den straks genoemden Graaf Jam dijknam ten westen van Aardenburg nog den Budan vliet open stortte zich eindelijk, na zich daarwaar thans Sluis ligtweder met de andere vereenigd te hebben in zee. Deze, de Elmare ge heeten liad zich intusschen om Biervliet henen ge kronkeld en den zuidelijken oever van Oostburg be- spoeldwaar haar naam nog in eene hofstedeen hare overblijfselen in eene aanzienlijke kreekde Bfugsche Vaart geheeten overig zijn. Deze rivier arm doorsneed dus het tegenwoordig Zeeuwsch Vlaan deren in zijne gansche lengte terwijl onderscheidene andere stroomen, zich met dezen kruissendehetzelve in eene menigte van eilanden verdeelde. Wanneer wij uit het westen dezes lands waar wij ons zoo aanstonds met onze gedachten bevonden we der naar het oosten terug keerenvinden wij achter de duinen tusschen de Reiger- en Budanvlieten eerst, het Oostkerker Ambachtwaarmede later de Greveninge Watering verbonden werd (28) terwijl tusschen den laatstgenoemden stroom en de Sincfala de Lap-Scure of Lap-Schorre opkwam. Het Aar denburger Ambacht met deszelfs ouden Roden of Re denburg, uit de eigenlijke Heedenessen bestaande, Werd door de Heede en Goodsvliet beide doorsneden en

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 24