19 Voorts tusschen de Vernoutsie en Duvetiéede Lodijk niet deszelfs aanwassenterwijl Kruininge Krab bendijkede Everswaarden en Scoudée als zoo vele af zonderlijke hoofdpartijen welke later tot een gebragt werden, beschouwd kunnen worden (42). In bewes ten IJersekeof de tegenwoordige breede watering werd Wemeldinge door den Deurloo en Wy (vliet van do overige gronden afgescheiden en lagen door de Bie- selinge en TVijdee omgeven ook Schore en Vlake op zich zelve (43). Ten westen van deze watering stroomdentusschen zeer uitgebreide slikken welka thans de rijke Cr a ay er tp aiders uitmaken de Schenge en Looijve welke laatste ten zuiden de Zwake kruissende het Overzond opwierp (44) en daarnaon der de benaming van Yvemet twee takken het eiland Borssele in een beoosten en bewesten Yve of Vijfzode scheide terwijl de Dierik tusschen dit Bors sele en Baarland stroomde (45). Aoordbeveland was almede door den Wijtvliet door sneden in twee wateringen gesplist, en door uitge breide schorren omgeven (46). Ja zelfs Walcheren ofschoon het vroeger dan de overi ge eilanden deszelfs tegenwoordige gedaante verkreeg bestond uit een viertal afzonderlijke ligchamendoor de Anie Bottée, Sicalinge Pehelinge Gapinge en an dere stroomen welker overblijfselen in de watergan gen en spranken van dit eiland nog voor handen zijn, van een gescheiden terwijl daarwaar nu Nieuw- en St. Joosland gevonden worden, de grootste diepte en de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 27