20
de scheepsreede was en de tegenwoordige noorde
lijke polders slechts slikken en zanden aanboden (44j.
5°. Zeeland beoosten Schelde.
Den minst belangrijken aanblik leverde echter ten
dien tijde Zeeland beunsten Schelde. Niet alleen
bestond deszelfs oostelijk deel, even als bij beide tot
hiertoe geschetste streken uit de laagste en moeras-
sigste grondenmaar daarwaar thans het eiland
TAolen ligtvond men zelfs bijna enkel slikken en
moeren. Deze werden door de Strienewelke in
eene N. O. rigting tegen over Romerswaal en Lodijke
uit de Schelde schoot, en zich naderhand met de
Grevelinge vereenigdevan Braband, en door de
Zoutée, de P/uimpot en den Breevliet onderling ge
scheiden terwijl tusschen gezegde wateren alleen
PoortvlietScherpenisseMaartensdijk en Slavenisse
als geringe eilandjes het hoofd op staken (IS). Tholen
zelve behoorde met Schakerlooreeds tot het Braband-
sche Hertogdom (49).
Ten westen van deze lagentusschen de Cotée of
Keeten en den Murevliet, eerst de uitgebreide slik
ken, welke naderhand Duivelands Oosterland vorm
den en verder Duveland zelve aan de Duvelée op
gekomen ten noorden van Botland door de Sleenc
Znneen en ten westen van Schouwen door de Golde
gescheiden (50), welke laatste zich, deels ten oosten
door het dijkwater of noorderdiep ontlastende deels
ten noorden in het Zonnemeer stortendede Drei-
schorren als omarmde (51).
Ein-