27 gewoonlijk het eerst werden afgedamd (72). Maar overal in tegendeel vindt men aan de noordelijke kusten de grootste en jongste bedijkingen. Ik zwijg hier van Zeeuwsch Vlaanderen dat land zoo dikwerf, nu eens door stormen en vloedendan weder door menschelijke verbittering in den oorlogprijs gege ven aan de wateren, en waar, dien ten gevolge, dezelfde gronden lij herhaling bedijkt zijn gewor den (73). Doch beziet onze eilanden: zijn de jong ste gronden, welke Walcheren oplevert, niet de noor delijke polders, van die af, welke de abdij van Rijnt- burgen de Heeren van Vere op het einde derXIIIde eeuw lieten afdammentot den Oranjepolderin 1618 bedijkt (74)? Zijn de laatste nieuwe landen, welke aan Zuidbeveland toegevoegd zijnniet do Cruajerl en aangrenzende polders van 1612 tot 1753 gewonnen, en de Wilhelminapolderdoor welks be dijking Oostleveland en Wolf aartsdijk beide, ten jaro 1809, aan dat eiland werden vastgehecht (75)? Of wilt gij voorbeelden uit beoosten Scheldewelnu Schouwen biedt u in JVoordgouweZonnemeerli om menede en de gronden van Brouwershaven (76)Tho- len in de beide VossemerenVrijbergende noorde lijke polders van St. Maartensdijkin St. Annaland (77); ja in geheel Philipslund (73), de meest over tuigende bewijzen voor mijne stelling. b. erliezen op de zuidelijke kusten. Maar geheel anders is het fooneelhetgeen de zuidelijke kusten opleveren daar zij alom in stede van winst te doen blijken de treurige sporen van ver-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 35