28
verliet en verwoesting dragen. Volgen wij den loop
der Wester-Scheldereeds bij Waarden vinden
wij in den Weslveerpolder het begin der grondbraken
welke dit gewest zoovele schaden hebben berokkend
de kust van Kruininge getuigt van gelijksoortige ver
liezen en verder op bieden de Brouwerplaten het
beste gedeelte van Oostende en Vinninge, welke één
maal vóór Hoedekenskerke lagen in zanden en slik
ken. Nog minder zijn de overblijfselen van Stuve-
zande-, oud Everinge-de Dierik- en andere polders,
vóór Baarland en Ellewoutsdijh gelegen alwaar bijna
anderhalf duizend gemeten lands in de diepte ver
zonken zijn welke thans aldaar voor de zeedijken
wordt aangetroffen (79). Op den zuidelijken oever
van het niemoe Borssele vinden wij alweder hetzelfde
verschijnsel, eene verlorene inlage van 1711 en den
ganschen ten jare 1715 geïnundeerden Wolfaarlspol-
der. En wat de zuid- en westwateringen van Wal
cheren in vroegere tijden door grondbraken verlo
ren en aan onderhoud gekost hebben dit M. H.
zal ik gewis aan ulieden niet in bijzonderheden be
hoeven op te sommen (80).
Of volgen wij de noordelijke stroomenook daar
ontwaren wij hetzelfde. Wol/aartsdijkhetgeen
sedert de bedijking van den JVilhelminapolder, tea
zuiden geen doorschietenden stroom meer bezitwas
gedurende de vorige eeuw, aan die zijde, in besten
dig gevaaren verpïigt een goed deel lands in de
nieuwe Sabbinge- en Heerenpolders te verlaten (81).
De in 1727 onder Kaft bedijkte Annapolder was in
1712