33 AANTEEK'ENINGEN. Aanteekeuing (i) Bladzijde 3.] In verscheidene andere streken van ons Vaderland, bijzonder onder de veengronden in Drenthe zijn insgelijks boomen onder het veen gevon den welke meestal in eene N. O. rigting neergeworpen zijn. liet bijgeloof schreef derzelver veiling toe aan den II. WilitBbrord, op 'wiens gebeden de bosschcnin welke de Ileidensche Goden vereerd werdenop eenmaal door eenen Z. W. storm werden omver geworpen. Onkunde heeft ze onder den grond doen groeijen (vg. Sji a ele gance, Kron. vein Zeeland, bladz. 6 verv.). De boomen, welke in Zeeland onder den grondop gezegde diepte worden aangetroffen, zijn echter niet ontworteld maar staan de geblevenen derzelver tronken worden nog alzoo ge vonden. Bovendien hebben de gravingen op onderschei dene punten der Provincievrij na dezelfde slotsommen ge leverd. Bij het graven voor de vestingwerken te Vlisiingen vond men i°. Eene laag vruchtbare aarde Zand met schelpen 3°. Klei; 4". Derrie met boomtakken en riet 5°. Zuivere derrie 6". Potaarde met ovcreindstaande boomstammen die door twee bovcnopliggcudc lagen heen staken. (Vg. de K an te r en DrF.sselh.u1s, dc Provincie Zetland, hl, 7). C In

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 41