-35 de geheelc Ottograft voor ecne chimère en bewijst uit de Probl. bij Kluit zelveii (T. II. P. I. p. 23. te vinden) dat er in het Chron. Bavon. in het geheel van geene graft gesproken wordt. Zie 's mans receuil cf antiqüités Romaines et Gauloises p. 42 suiv. Verg. ook Belpaire's Memoire sur les changemens que la ccte tT /Invers A Bologne a stibis depuis la conquéte de Césarin de Mem. de r/had. de Bruxelles 1826 en 1827, vol. VI. p. 79 suiv., die ove rigens omtrent Zeeland niets heefthetgeen niet reeds bij Smallegange, Sanderus en Kluit voorkomt. (4). Bladz9.] De l/ello Gall. Lib. VI. cap. 31 pag. 35, bij de vermelding der verspreiding van de met Ambi- orix opgestanen, zegt hij: pars in Arduennam silvam pars in continent es paludes profugitqui proxinie oceano fueruntii in insults sese occultaveruntquas aestus efficere consüerunt. Dat nu hier door deze paludes Vlaanderens moerassen, en door deze eilandende Zeeuwsche be doeld worden, welke Belpaire pag. 75 ten onregte zegt, dat toen nog niet bestonden, blijkt, deels uit de plaats waar hij zich bevond deels uit den last dien hij Labinus gaf, om met drie legioenen zeewaarts te trekken naar de aan de Menapiers (Vlamingen) grenzende streken. (5). Caesar zegt: (1. 1. Lib. IV. c. 10 pag. 121) van den Rijnubi oceano appropinqttavit in plures difluit partes multis ingentibusque insulis ejfectis quaruni pars magnaa feris barbarisque nationibus incolitUr ex quibtis sunt qui piscibusatque ovis avium vivere existimantur multisque capitibtts in oceanum influit. Tacitus ver klaart QAnn. Lib. II. p. 43) Rhentu apud principium agri batavi velut in duos amnes dividiturservatque nomen et violentiam cursus qua Germanium preevehitur donec oceano misceaturad Galliam ripam latior et placidior adfucns verso cognomento Vahalem accohe dicuntmox id quoque vocabulum mutat Mosa flumine eiusque immenso ore eum- dum in oceanum effunditur.— (Cesar 1.1. Lib. VI c. 33) p. 238 .IpseAD FLUMEN SCALDIM, QUOD INFLUIT in MosAm extremasquc Arduennx partes ire constituit. De Rijn vormde derhalve ten dien tijde verscheidene eilan den

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 43