30 den door zijne vele monden van -welke de Maas een toe zich nam waar na zij zich bovendien met de Schelde vereeuigdeen immense ore in zee ontlaste. Dezen noemt Tacitus {Hist. Lib. V. p. 523), spatium velut ,equoris ubi Mosac fiutninis atnnem Rhenus Oceano ajfundit. I' 1. 1- nius deeit 0113 zelfs den naam er van mede (Lib. IV. cap. 15). In R.'ietio ipso, prope centum SSI. P. in longitudi- t'.em uobilissima Batavontm insulaet Canninefatum ct aliie Frisioaem Cauchorum Frisiabonuiu Sturiorum Marsatio- rumqu<e sternuntur inter iielium ac flevum. Ita 'appellant»)' ostia in qtne ejfu'sus R'tenusab sept en- trione in lacusA b occidente in a m n f. m »ios« s e snitciT. Medio inter hacc oremodicum custodiens nomine sue nlvcv.m. Men dciikcmet inachtneming van het onbestemd gebruiken der letter h, aan Helvoet, Bricl of Breekelhet huis de Helle onder Ellemeet in SchouwenEllcwoutsdijk cn het huis Hclicuburg onder Baarland in Zuidbeveland Ax-ells en het daaraan palende Hellegat', de IleUeQpalder -bezuiden Watervliet Eik-maar bij Oostburg enz. Te midden dezer Hellen vinden wij oude stroomnaraendie daarmede desgelijks vertvant zijn; ik bedoelde Ha 'uilen IValen (thans IVeeleti)welke op meer dan eene plaats ge vonden werden zoo als in Walcherenbij Serooskerke de IVaalin Noordbevelqndde IVaal of Faal, en de kleine IVaal; in -Zuidbevelandde Z.carte IVaal bij Ro- mersJalop de grenzen van Vlaanderen de Sincvaql of Sipcfala enz. (7). Ter staving van het hier gezegde diene het vol gende. Di o n op.us van Sici.'ie (Lib. V cap. 16J zegt bij de vermelding van het eiiand IVhigtEene bij - zonderheid welke men waarneemt op alle eilanden wel- Ite tusschen Europa en Brittannie gelegen zijn is deze dat er wanneer de vloed het tusschenliggend kanaal met „water gevuld heeft, zij zich als eilanden voordoen; docii bij ebbe een aanmerkelijk gedeelte droog geloopen zijn de, zij naar schiereilanden gelijken." Dit verschijnsel deed Lu can us van onze klisten zingen {Paar. Lib. I. vss. 409): li

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 44