10
worden zij door een storm beloopen en gedurende elt' da
gen rondgeslingerdzien eindelijk het eiland van Cures,
kenbaar aan zijne pijnboomendoch kunnen het niet be
reiken maar komen drie dagen daarna aan het eiland van
Circé, en vervolgens te Tartcssus. Artemidorus
van Efeze (bij Strabo, L. VI. p. 137) plaatst het ei
land van Ceres bij Brittannieen zegt dat zij en
Proserpina aldaar, met dezelfde plegtigheden als op
Samctrnchevereerd werden. CircCs eiland moet dus
ook in de nabijheid van Brittannie gezocht worden welks
oorspronkelijke bewoners de Cimtncriers waren, naar wieti
de ingezetenen van JValet zich nog Kym> noemen.
Volkomen overeenstemmende hiermede is het verhaal
van zekeren Demetrius bij Pi. utarchus, door
E u s e b 1 u s (in de Priepar. Evang. pag. 207) overge
nomen. Deze Demetrius zeide*. „dat van de eilan-
den, op de kusten van Brittannie vele woest waren, en
sommige der Démonen of Heroën eilanden genoemd wer-
den; dat hij, uit begeerte 0111 ze te zien, 2ich eens
bij het gevolg des konings gevoegd hadtoen deze naar
het naastbij gelegene dier eenzame oorden overstak liet-
welk door zeer weinige mensehen bewoond werd doch
die den Britten heilig waren en tegen elke berooving en
beleediging beveiligd; dat, toen zij aldaar pas aangeko-
men waren een geweldig onweder was losgebarsten
en tevens vele wonderteckenen dwarrelwinden en vurige
luchtverhevelingen hadden plaats gegrepen dat de eilan-
derstoen derzelver geweld had opgehouden hadden
verklaard dat een' der démonen bezweken wasenz.
Voorts, dat daar ook zeker eiland was, waar Briareus,
den, door eenen diepen slaap geboeiden Saturn us
bewaaktezijnde die band voor hem uitgevondende-
wijl vele Démonen hem als knechten en helpers ten
dienste stonden."
Dionysius en Eustatius verzekeren (volgens
Keysler Ant. Sept. p. 452) dat op een eiland in de
Brittannische of Noordzee over de monden van den Rijn
een beroemd heiligdom van Bacchus werd aangetroffen.
Eindelijk komt hier nog 111 aanmerking hetdoor Prof.
Hamaker QAkad. voort, over de verg. der Germ, tongv.