tl
met het Sanskrits.bi. 130) uit 1'R O c o p id s (V</ iW/w
GV//. Lib. IV. c. 20) medegedeelde van een volk van
visschers en akkerlieden aan den oever der zee tegen
over Engeland wonendeen aan de Franken enderwor
pen doch aan hen geene schatting betalende0111 dat zij
door onzigtbare hoogere magt gedwongen, des nachts de
geesten der afgestorvenen naar Erittannie moesten over
zetten welke geheimzinnige overtogt binnen het uur af
liep, terwijl men anders voor die vaart een etmaal noo-
dig had.
Waar zoeken wij nn dit land der Ee-ce en of stroomen
waar eene magtige tooveres bewind voerde, en door wa
ternimfen gediend werd deze eilanden der démonen en
heroënwaar de in beweging gebragte natuurkrachten het
hart met ontzetting vervuldenop welke de dienaren der
Noordsche Schikgodinnen woondendie de gestorvenen naar
het doodenrijk voerden Gewis nergens met meerderen
grond dan in Zeeland bij de Brittannische Zeein het
wijde Helium voor den mond des Rijnsgelegen, waar ons,
uit het lang voorledene, de naamklanken der magtige doch
ter van Helius de Zonen des vermaarden zwervers
in Zirkzee en Ulyssinge 'Vliisingenog tegenschallen. I11
vollenletterlijken zin was dit het land der Ee-ee-ën of
'wateren het heilig oord der Démonen. De ontdekte
•overblijfselen uit ver verwijderde eeuwen hebben ten dezen
alle twijfelingen doen wegvallenen bepaaldelijk Walche
ren doen kennen als het middelpunt van eene bijzondere
godendienstwaarin de nabijheid van Nchalennia's hei
lige bosschcnzelfs eene gemeenschappelijke begraafplaats
schijnt bestaan te hebben in het drooge duinzand door
den teruggewekencn oceaan in latere tijdenbij herhaling
voor het nieuwsgierig oog ontbloot.
2 Met.
Dc Eè hij Aaidcnhurg en de Reuern-ir. 'iout-éc Oten-ie
ü/y-e'eDiepen-ée Albrechts-ic, Sa/ting-ée Ont-c'eOg-ce
Bot-verlrn-ceiS/o-e'eScheng-étJTvö-cc, Loyoe-éet
Zioak-ce Ma 1171 re IJersck-éü Euren-cc -Scoud-éc Haast-e'e
JEinkel-ée Diivel-êc, Cot-éc Gold-èc Bree-ée Helc/lers-éc
Strie/i-éc Ifijling-itSwaling-ée.Pekeling- cc, Biesc-
hng-ée.Ihnkeling- ce enz., zijn alle oude, grootendecls nog be
kende, soms alleen eenigzins verbasterde, namen van stroomen.,
en \an dorpen aan de stroomen verrezen.