J1 sele iiu ligt wederom, als later aanwas, een Oideks (voorheen Oic.ins) kerke niet ver van deze een Hellen- hu egdie almede aan een van Frigga's bijnamen doet denkenen bij het oude Eorssele nog een Hollepolder en llollestcllewaarbij ik alleen herinner hoe IIolla gezegd werd soms het land tc doorrijden en vruchtbaar te maken. Een derde voorbeeld. In de schatting der vaderen stond de Dondergod hoog aangeschreven. Men vereerde hem in Nederland als Stavo, Stoei- fo enz. Foste of Vost a was zijne vrouw; Gors zijn zoon; Goe zijne dochter; Meii.a zijne zuster. Men wende thans eens het oog naar Tholen. Da Ar vindt men een Stavcnisse een FosdalFosvlietVossemeer. Van. daar vaart men van een Gorishoek over naar het land van Goes- Op Walche rens westkust heeft men gedenksteenen aan Jupiter, ilcii Donderaargevondenen had men weleer in de na bijheid van Melis- (of Meilos-) kerke eiken bosschen geljjk er soortgelijke waren aan de oostzijde van Zuid- beveland in het Host holt tegen over Schakerloobij de Romersiml en het Papingeland enz. Is het bijna denk baar dat alle deze overeenkomsten loutere toevalligheden zouden zijn Tholen herinnert mij het vroeger gezegde aangaande de b a c c ii u s dienst op een eiland voor de monden des Rijns. Dadr vindt men trouwenstegen Stavenisse en FosdalSt. Maartensdijk aan de Piuimpot (ook Stueersdijk en Haastrecht gcheeten) waar in lateien tijd voor oude mannen het zoogenaamde Kapoenhuis gesticht werd, waar aan men op zekere tijden offeranden doen moest; en nog bij het levön van Smai. legange, lammeren, biggen, ganzen, enz. gebragt werden. Dat Bacchus door Sint Maarte n vervangen iswerd reeds lang erkend. De ze was de loelvadertot wiens eer men zich bij ganzen en wijn verlustigde, en uitbundig vrolijk maakte, en die even gelijk gene als de Liber Pater gehuldigd werd. Misschien zegt men reeds ofschoon het niet moeijelijk zou zijn meerdere soortgelijke overeenkomsten op te ge ven, dat ik dezelve te ver drijf. liet kan zijn; ik wil ook geenszins bewerendat genoemde plaatsen uit dien hoofde hunne tegenwoordige benamingen dragen. Ik hel zelfs

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 52