-lö Over tie Dombnrgsche ex veto's enz. zal ik mij hier niet in het breede uitlaten. Ik heb over dezelve elders gesproken friend des Vad.D. I. bi. 707725). Geza menlijk leiden zij ons tot het besluitdat onder de bena mingen van Jupiter, Neptunus, Hercules M a g u s a n u s n e h a l e n n i a 611 burorina de Beschermgoden der gezamenlijke eilanden voorkomen maat alle deze benamingen zijn Romeinschof hebben eenen Lntijnschen vorm en zijn onbekend in de Noordschc Go denleer. Wij kunnen intussch.cn j u i> t t e r voor Stavo of Thor nemen, en Neptunus voor Niord. Om trent de anderen is het moeijelijker iets te bepalen. Ik wil echter nog met een paar woorden den beoefenaren der Vaderlaudsche Oudheden eene nieuwein mijn oog eenvoudige afleiding ter toetsing medcdcelen. Magusatitts Nehalcnnia Buroritia zijn naar den vorm Latijnsche adjectiva gentilia, van oude Noordsche bena mingen; nemen wij dien uitgang weg, zoo blijft er, Ma- gusa Nchalc, Buror. Het eerste woord schijnt zamen- gesteld uit maguseen kind, en saiw of zaëde zee; het zegt dus letterlijk het kind of de zootien der zee. Geheel vreemd zijn deze woorden in Zeeland niet. In het land van Goes (oudtijds Gnsa of Gusahazijn de Guusnog de Kinderen. Zoo ook elders. Niet ver van JVestkappel had men bovendien eene Maputwelke benaming uit de zijne door verbastering ontstaan kan zijnonder Katszoo als reeds gezegd iseen St.Michuutsxcg enz. Ook de ■Grieken vereerden Hercules als stroombedwingeren verdediger van zeevaart en landbouw. Bij de Galliërs waar hij O",mins bijgenaamd werd, had hetzelfde plaats. Ken Hercules der Zeekinderenof der Zeeuwen is ook met de Noordsche mythologie zeer wel bestaanbaar. Wat Nehalcnnia betrefthoudt men de" N. voor eene adspiratio nasalisdie toch in de Germaansche tongvallen niet vreemd isdan kan men het overblijvende beschou wen als afgeleid van de Ec-hallede Stroomen hal of lKet tert cmpci. Of neemt men Ne als eene zamentrekking van Neha dan verkrijgt men Nehctempelhetgeen niet zoo veel verschilt. Het eerste komt mij nogtans het verkieslijkste voor. Een heiligdom te midden van zoo vele Ee-ën kon zeer na-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 54