*8 (5). Dit gevoelen hoezeer van bet gewone afwijkendeisl nogtans het oudste. Cot n. B att u sGeneesheer en Gou. vefneur van Jhr. Adolf van Bourgondie, gaf, ten jare, 1512, eene Cosmographic of Wereldbeschrijving uit, welke Reygersberch en Guicardin gebruikten, en waaruit de eerste (bye Cronycfte ban Sgecïanbt bat V, cap.) aantee- kent: Cornelius Baïïus fcrufr bat fj! lil luacag- ttglje fcrifté ban Sceïant gebonben ijccft bat ^ceiant ontrent CSjjfétisiS oti£ ^alicfjmaltrrji tybc rn lange baa:< na nietv ban fcoaren én ürrriië en toaj?. De laatste noemt ze Bclgii descript. P. III. p. 164) perpusillas in sula s fossis quidevi distinctasscd cultoribus vacuus. Wat Battus hieromtrent verder schrijft is mij onbekend, daar ik dit werkje, waarnaar Boxhorn (D. I. bi. 457) reeds tevergeefs zocht, niet ken. Van Vaernewyck zegt nogtans alleen, dat hij cene Cosmograp'iie getransldteerd heeft. {Hist, van Se/gis B. IV. cap. 27.) (9). \Blads. 10.] Door de uitdrukking naar dezen oord bedoel ik niet alleen Zeelandmaar ook de aangrenzende Provinciënwelke naderhand te zamen Nedersaksen ge noemd werden (aant. 10). liet is buiten twijfel dat de Salicrs zich op verscheidene plaatsen hebben opgehouden. Men zoekt hen in Overijssel aan de Isalaï:i Salland Zdlk Oldensaalin Braband, waar C 1,0 oio naderhand te Piest Dispargnmj zijne hofplaats haddoen de Saal- beer.ulenSalenheim enz. aan hen denken. Blaar van waar is de benaming herkomstig? Hebben zij dien van daar ont leend of derwaarts overgebragt - Mij komt het laatste het waarschijnlijkste voor, en den oorsprong der benaming meen ik inzonderheid in Zeeland te vinden. Zoo dacht ook reeds, in navolging van Smallegange {Kron. v. Zeel. bi. 114), de beroemde van de Spiegel {Oorsprong der l'aderl. llegtenbi. 15), dien ik, wel iiiet in de af leiding des woords maar in de zaak zelve bijval ofschoon de I Iooglecraar IJpeij {Bckn. Ccsch. der Nederd. Taal D. I. bi. 191 vg. II. bl. 222) vraagt: „hoe koude het den verstandigcn man in het hoofd komen?" Biet meer deren grond kan men die vraag doen omtrent *s Hoogl. ei gene afleiding van Noirdgnu\ec bl. 15*8. - Het is hiermede eenig-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 56