SI
den. Volkomen stemt daarmede overeen het berigt van
Am mi anus Marcellinus (Lib. XVII. cap. 8),
die van hem zegtpetit primum Francoseos videlicet
quos consuetudo Salios appellavitausos olim in Romano
solo, apud Taxandriam, habitacula sibi figere prailicen-
ter." Zij woonden dus op Romeinsch grondgebied
niet in maar bij Taxandrie. Men versta nu door Taxan-
drie, Noordbrabandmet Mr. W. C. Ackers dijk (naar
wiens beloofde verhandeling over dat oord Vriend des Vad.
D. VII. bl. 871 en N. IVerken der Maats, vad Lctterk.
D. III. p. 2 bl. 348 wij verlangend uitzien) of vertalc
met Mr. W. Bilderdijk QCesch. des Vaderl. D. I. bl.
231), taszandeuhoopzandcnstuifduinenen denke
daarbij aan Cadzandhetgeen in oude stukken, zoowel als
Noordbraband pagus Thesandrie genoemd wordt (z. aant.
11 en 30); in beide gevallen worden wij nogmaals als
met den vinger op Zeeland eertijds Romeinsch grondge
bied heengewezen.
(10). Hoezeer ook Huydecoper (op M. Stoke,
D. I. bl. 9 eld.) moge bewerendat het Nedersaksen
waarvan de schrijver der Rijmkronijk gewaagt B. 1. vs. 41
verv. niets is het dunkt mij nogtans hoogst opmerkelijk
dat niet alleen S t o ke t. a.p., maarook vau Maeriant
SpiegHist. D. II. bl. 7), en dus twee schrijvers uit de
Xmdc eeuw die elkander vast niet afgeschreven hebben
hieromtrent zoo stellig overeenkomen. Van Maerlant
zegtbij het verhaal der togten van Ciesar:
©at Iji iBiemagen maften bcöe
3Ï!£ tenen yale in cere Ijoccljebe/
©at ï)i ban tien fier ei Ij e bo? runnen
't Ifiant tote barr aöüe bertuonncn
Want daer beneden bercli en dal
Hiet doe Nedersassen al
M. Stoke getuigt:
©ube SBocften f)o:ic gljctaaglicn
Dat al tlant beneden Nimaghcn
Wilen Nederzassen hiet
2lïfa aly tic ftrocm bcrfcict
Pan