Misschien behoorden dus de gronden van het tegenwoordige vierde District, toen nog, gedeeltelijk onder de vier Am bachten, welke zelve in het kerkelijke tot Utrecht be hoorden. (20). {Bladz. 13.] Zoo gaf b. v. Graaf Aarnout van Vlaanderen zoo als wij in de vorige aanteekening zeiden, ten jare 939, aan de Abdij van St. Pieter, te Cent, de Bennó's-moerenen Combes-schorrenbij Oostburg, tot een schapendriftzoo bevestigde Keizer Otto, A<>- 976 de Abdij van St. Baaf aldaar in het bezit der Schor ren op de GoldeLarahe en Dipanhewelke zoo uitge breid waren, dat zij voor 1500 Schapen weide leverden. - Meerdere bewijzen zullen van zelve ongezocht voorkomen. (21.) Zie van Loon, aloude Geschied. D. II.bl. 255 en 256, Boxhorn II. 20, vg. 23, 34., 35. (22). \_Bladz. 14]. Het moet, bij de minste opmerk zaamheid, een iegelijk in het oog vallen, dat er in de be namingen der Zeeuwsche steden, dorpen, gehuchten, am bachten, stroomen enz., eene zonderlinge overeenkomst in aanvang en uitgang isen dat dezelfde uitgangen gedurig en overal wederkomen. Zou dit eene toevalligheid wezen of de grond daarvoor elders te zoeken zijn?Ongetwijfeld het laatstedaar deze benamingen overeenstemmen met de voormalige gesteldheid der grondenwelke ze dragen. Over den uitgang éeeen water of stroom aanduidende is boven bl. 41 gesproken verwant aan deze is de uit gang Vliet, in RengkersvlietBudansvlietNieuwvliet HugovlietBiervliet, SteenvlietWij tv li etPoortvliet, VosvlietZuidvliet•QttarenvlietBreevlietIlolvlietRoc- vlietZoekvliet enz. Ingen was in de oude taal hetzelfde als engenof naau- wermaken. Dezen uitgang hebben intusschen almede niet weinige plaatsen. Men denke slechts aan Eertinge bij Axelaan VlissingeBottingeWelsinge in Walcheren aan Sabbinge- in Wolfaartsdijkof aan EveringeWemel- dinge KruiningeKloetinge en Vinninge in Zuidbeveland welke alle in de nabijheid van voormalige stroomen worden an-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 78