73
meer te spreken, vond inen den Brakman, eene zeer uit
gebreide kom, welke, ondanks de zeer aanzienlijke bedij
kingen, die aan alle zijden hadden plaats gevonden, ten
jare 1600, nog bergplaats voor meer dan 1000 schepen
opleverde (van Met er en C. XXII. p. 28). En eindelijk
die geweldige waterboezem tussehen Aardenburg en Cad-
zand, in welke, ten jare 1213, zeventien honderd Fransche
schependoor de Engelschen en Vlamingen vernietigd
werden (Kluit, II. T. I. P. 2. p. 125-127): en waar,
in 1340 nog, weder een zeeslag geleverd, in welken de
Fransche vloot, 1111 120 zeilen sterk en met 40,000 kop
pen bemandandermaal door de Engelschen verwonnen
werd Acta Publ. Augl. T. II. I'. IV. p. 79, 80).
(25). \_Blad. 16]. Dat de Ileedenessen eeuwen lang Zee
lands zuidelijke grenzen hebben uitgemaakt, blijkt uit den
volgenden rei van charters uit de Xllde eeuw, A" ugj
(Kluit, T. II. p. 184); uit de XlIIde eeuw, Ao. 1217
(ib. p. 399), 1250 (ib. p. 575), i2f| (ib. p. Ö54)
1256 (ib. p. 681); uit de XlVde eeuw Ao. 1303 (van
Mieris, D. II. bl. 32) 1316 (aid. bl. 1691, 1328
(aid. bl. 471), 1380 (aid. D. III. bl. 372), en uit de
XF<le eeuw Ao. 1453 (B o xh orn op Reijg er s berch
D. II. bl. 229) en zelfs I4§§, nog in de Zeeuwsche Keure
van den Aartshertog Philip pus.
Wij zullen ons hierbij eenige oogenblikken meer bijzonder
moeten bepalenwant onder de gewigdgste punten dér
aloude Vaderlandsche geschiedenisis er misschien geen
waaromtrent de gevoelens der geleerden meer uiteenloopen
dan Zeelnnds grensbepaling gedurende de middeleeuwen.
Nog onlangs is dit, met veel naauwkeurigheidin het
licht gesteld door N. Westendorp, in zijne, in 1826
uitgegevene Verhandeling over onderwerpen uit het gebied
der Oudheidkunde en Godenleer, bl. 115-152, te meer,
daar Westendorpff gevolgd is geworden door F.
A r e n d sin zijne reeds bovengenoemde belangrijke en
door Dr. Wester h off, met gewigtige aanteekeningen
vermeerderde Geschiedenis van de kusten der Noordzee
(D. II. bi. 59) en den Hoogl. V1 s s c 11 er in zijne Handlei
ding
2