81 slecht onderhoudene zeeweringen opgejaagdde gezegde eluis bezweek; en die verwoesting werd aangerigt, van welke de geheugenis mede bewaard isdoor het kort maar veel zeggend rijm: 't 3Eanb te SSierbliet en fbij balpen/ o taacïj Cube bie J^iete liepen in nae <§inte .ïfêartengbacl}- C33)- Dat l'Vewelswaarde of Boterzande oorspronkelijk eene niet onbelangrijke afzonderlijke dijkaadje uitmaakte blijkt onder andere uit de keur welke Thomas en Jo hanna, A°- 1242, aan de vier Ambachten gaven. In deze wordt gezegd Die vier Ambochten syn sculdig den Grave heirvaert ende den Borchgrave es sculdig te gheleden de Lieden. 'tAmbocht van Assenede es sculdig te dienen in scheepvoerde met tween hercoggenBoter- sande met ene Zelscouden 't Ambocht van Axele met tween hercoggenSaamslagt met ene hercogge t' Ambocht van Hulst met ene hercogge en met ene Zelscoude." (Sciiarp, Gesch. en Cost, van Axel D. II. bl. 1 verv.) Het bevatte oorspronkelijk de paro chiën IVewelswaardCoudekerk znVreemdijk (waarin Frondic en Pakenge Mir.eus I. 535). Gedeeltelijk overstroomd in 1.377; gedeeltelijk in 1404 werden deze gronden her- dijkt op octrooi van 21 Januarij 1431 (Placaatb. v. Vlaand. D. III. bl. 434 verv.). Met IVillemskerke en Eertinge be hoorden deze tot het Ambacht van Assenedegelijk zij ook bij den omslag van 1518 werden aangeslagen., Vreemdijk voor 4 p. en IVillemskerke voor 12 penn. in de c£ 18 - welke de vier Ambachten betalen moesten. De verdere •plaatsen bestonden op dat tijdstip niet (aid. D. I. bl. 555). Trouwens de overstroomingen van 1440, 1483, 1530» 1543 en 1570, deden hier achtervelgens zeer veel schade. Al worstelende hebben de gronden nogtans het hoofd weder boven gekregen. De Coude- en Lovenpolders werden bedijkt A°- 1542 (Scharp, 1.1. bl. 301), Vreemdij'ke en IVillems kerke A". 1572 (aid. 302), IVestenrijk (of Eertinge') A°- 1595 (Groot Placaatb. D. II. bl. 1857), Nieuw IVesten rijk, 11a een dertigjarig haspelen op octrooi van 18 Au gustus 1638 (Scharp l. 1. p. 311) Zuid IVeslenrijk- of

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 92