89 komt voor Stcupedijkthans Stoppelsdijkwaar aan» sedert ook reeds aangewassen en vastgedamd waren de oude en nieuwe Havech-Alexanders- en iSVWp/V-polders. Bij Ossenesse wordt een schor aangewezenHerbiertsant en Bloumesant geheeten (naderhand is Ossenisses Hoogland- in Burg- en Zoutelandspolder bedijkt)hetgeen nogtans toen reedsveel van deszelfs vorige grootte had verloren. Rond om Hulst bezat deze zelfde abdij eene partij woestijnen of wilde landen en moergronden (waarvan een gedeelte nader hand als Absdale bekend werd) terwijl eindelijk uit den zelfden brief blijkt, dat er niet lang te voren in de haven tusschen Hulst en Stoppelsdijkeen polder bedijkt was ge worden; en dat er, in dien eigen omtrek, nog een groot getal andere schorren waren, welke de Gravin aan zich behield. Vier jaren later bevestigde deze zelfde Gravin aan genoemde abdij den verkoop van de Riedich (of Riet dijk') welke door den baljuw Wouter Ram fin was gedaan (ibid I. 2. p. 224, II. p. 785 in nota). Deze gronden, in 1530 ondergeloopen zijnde en in 1570 geheel verloren werden eerst eene eeuw later herwonnen. Stop pelsdijk A°- 1673; Groot Cambron A°1708; Havikpolder A°- 1754; Klein Cambron A°- 1770; Riet- ett Wulf dijk met Absdale A°- 1789. Aan Stoppelsdijk grenzen onmiddelijk Pauluspolder en Lamsweerde. De eerste plaats heette oudtijds Betsade. Beide werden zij m 1242, door den Gentschen Kastelein Hugo aan de Abdij van Baudeloo verkocht (Kluit, II. 1. p. 485); en deze Abdij in derzelver bezit bevestigd door Gravin Margareta in 1247 (Foppens, Co/I. Dipl. IV. p. 251). Van daar dat dit gesticht steeds in het bezit was van dë Xf'en in Pauluspolderhet Gasthuis van Wen. delséeen de Kapel te Lamsweerde waarin een miraculeus Lieve Vrouwenbeeld eene andere bron van inkomsten open de (Sanderus. G r a m m a u e,). De hier aan palende Hengstdijk was eene bezitting der Gentsche Abdij van Drongengelijk die van ter Doest bij Brugge veel goe deren onder Clinge hadden liggen (Miraeus II. 1323, III. 130). 2 Da* Stoupedijh heeft waarschijnlijk rijnen naam van een oude Stou- pusStoupeStoup, en Stoop of Schaapstelle oji de sehorre».

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1836 | | pagina 97