Het is eene onbetwistbare waarheid dat de betrek
kelijke waardij van eenige wetenschap bepaald wordt
door het nnt, hetwelk zij der Maatschappij aanbrengt.
Uit dat oogpunt beschouwd schijnt aan de beoefening
der Oudheidkundein den eersten opslagéén der
laagste rangen te moeten worden aangewezenen is
ookin het oog van velenhet aankweéken van de
zen tak van menschelijke kennis een geheel nutte
loos werk, als zijnde hetzelfde met het verzamelen
van oude steenen potten en verroeste penningen of
met het doorbladeren van oude perkamenten papieren
en boeken. Het zal wel niet noodig zijn in eene
vergadering als deze een woord te zeggen ter verde
diging dezer wetenschap welke zoo naauw aan elk
ander vak van kennis verbonden is. Ik durf gerust
onderstellen M. H.dat gij met mij overtuigd zijt, dat
het vooral de Oudheidkunde is welke het door de
A ge-