12 altijd onder het oog vallen, en anderen, bij naauw- keurige nasporing misschien ten dezen opzigte ge lukkiger zullen kannen zijn dan ik, doet dit gemis aan mijn gevoelen te minder nadeelom dat men evenwel leest, dat Graaf Willem V., ten jare? 1351 uitspraak heeft gedaan tusschen eene vrouwe Hatfewichweduween de kinderen van(let wel) Wolfert van Bordelenhaaren manover deszelfs nalaaten schapalsmede dat diezelfde Graaf in een charter, dat voor mij ligt, en gegeven is des anderen daags na St. Bartholomeusin het jaar 1356aan Hadwieh, die aldaar uitdrukkelijk Vrouwe van der Vere en 's Graven Nigte genoemd wordt!, de medevoogdij geeft over de goederen van eene jonkvrouwe A 1 eide van Borselen. t min j 1 "ot'\ Ik kan door deze Hadwich niemand nader ver staan dan .de bovengemelde Hadwich Both van der Eem, die in 1351 en 1356, gezegd wordende Vrouwe van der Verenigl van Graaf Willem V en weduwe van eenen Wolfaard van Borselenmij nes inziensmag gehouden worden gehuwd te zijn geweest met dien Wolfaard, dien wij boven ten jare 1331 als een kleinzoon van Wolfaard den eersteen zoon van Wolfaard den tweedeheb ben leeren kennen en die denkelijk dezelfde is welke niet alleen in het jaar 1337 als Ridder voor komt tmaar (hetgeen te zijnen opzigte alles afdoet) door 13 dop* Willem IV., uitdrukkelijk Heer van der Veeren s Graven neefgenoemd wordtop den 19. van Sprokkelmaand des jaars 1338, dat is 1339, naar onze tegenwoordige rekening {u)uit welk laat ste ook baarblijkeljjk isdat deze Wolfaard onder scheiden moet wordenniet slechts van dien genen die in 1318 stierf, maar ook van hem, die in het jaar 1345 eerst aan het bewind kwam; zóó name lijk dat aan onzen W o 1 f a a r d eene plaats tusschen deze heide moet worden ingeruimden datgelijk Wolfaard, die in 1317 (1318) reeds overleden wasden naam draagt van de tweedemen aan den onzen dien van Wolfaard de derde dient te ge ven zoo als wijders dezes opvolgerdie tot nog toe de derde was genaamdvoortaan de vierde moet ge*1 acht wordenenz. Voor het overigegelijk Wolfaard, dien men tot nu toe voor den derden Heer van Vere, van dien naam gehouden heeft en gehuwd was ('t welk ik niet weet eenigen twijfel onderhevig te zijn) met Margriete vanArnemuiden(u), bekend staat voor eenen zoon van Wolfaard, Heer van der Vereen de meergemelde Hadwich Both van der Eem (w)wordt dit gevoelen door het hoven- staande niet gekrenktmaar bevestigd voor zoo verre hier \s) Ermerins, t. a. p. bl. 4o. (t) Mieris, II. D. bl. 5gj. (u) Mieris, II, D. bl. 6o5. (v) Ermerins, t. a. pi. bl. 4i. Boxhorn op Reigers berg, I. D. bl. 216. wErmerins, t. a. pl, bl. 3i.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1837 | | pagina 10