11 hier boven gebleken is (pit het chartejr van den jare 1351)* dat Hadwich kinderen bij haten gemaal Wolfaard had gewonnendie na zijn$n dood overig vyaren. Eene zaakinoet ik nog aanvoeren Ik zie dat de Heer Ruisch de Bruin, in eene geslachtlijst van den Huize van Borselen (bij den naarstigen oudheidzoeker Ernierins aangehaald) onder anderentwee zonen aan Wolfaard den eerste toeschrijft, die bij hem den naam van den Ouden en den Jongen Wol faard dragenwaaruit bij iemand zou kunnen opko men of misschien Wolfaard, door mij de derde genoemd en zoon van den tweeden geachtniet eerder een broeder van den tweeden en zoon van den eersten geweest zij dochom niet te herhalen 't geen ik boven, nopens den oorsprong van onzen Wolfaard, heb aangeteekendom ook niet te zeggen dat mij onder de zonen van Wolfaard den eerstegeen twee kinderen van denzelfden naamen dus ook niet bij onderscheiding van den ouden en den jongen zijn ontmoet, moet ik er bijvoegendat de Brui^n hier niet naauwkeurig schijntalzoo de jaarvolging van die beide zonenzoo als men ze bij hem vindt niet overeenstemt met de charterenwantdaar hij noemt Wolfaard den OudenFrans, Klaas, Wolfaard den Jongen en Flor is (Jjschijnt mij die Flo ris in de charteren zaltijd op Wol faard 15 faard te volgenterwijl zij bovendien (zoo als ook dp Heer E r m e r i n sj reeds aangemerkt heeft) (a) nog van eenen Wisse gewagen, die bij de Bruin niet voorkomt. Indie# dan Wolfaard de tweede door eenen broeder w^s opgevolgd geweestzou men eerder aan den meergemelden F1 o r i swelken ik ook na 1313 nog in loven vinde dan aan eenen Wolfaard denken moetende zoogenaamde jonge Wolfaard (van de Bruin), zal zeer mogelijk met mijnen Wolfaard den derde, zoon van den tweeden zijn verward. Ik heb van dezen Wolfaard den derde voor het overige geene bijzonderheden aan te merkendan dat hij mij toeschijntnog ten jare 1331ondèr voogdij gestaan te hebben, denkelijk van zijne moeder Ale id e (die ten jare 1351 nog in leven was) (c) en van zijne vaderlijke oomen {d). In welk jaar hij bepaaldelijkin eigen persoonhet bewind zijner heerlijke goederen op zich namweet ik nietdoch het spreektvolgens het voorheen gemeldevan zelvedat zulks tusschen dit laatstgemeld jaar van 1331 en 1337 of 1338 ^1339) moet plaats gehad hebben. Aan te toonen dat hij op de lijst der Veersche Hee- E rm e r i nt. a. pi, bi. jg. (grE rm eri ns t. a. pl. bi. ïg. (a) Mieris, I. D. bl. 610. II. D. bl. 83 en 173, (a) Er me rins, t. a. pl. bl. 20. (i) Mieris, 11. D. bl. 38o. (c) Charter onder mijin een ander onder mij zijnde charter ran zondag na Lichtmisse i354 (i355), komt zij voor als overleden, (<Z) Register van de Leenkamer van HollandO. P. kas p. bl. XXXV vso.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1837 | | pagina 11