8 wordt zij aldaar door Floris en Klaas van Borselen, die zonen heeten van Wolfaard den eerste en dus broeders waren van Wolfaard den tweede, ome lieve Suster gezegd (o). tf B281 aiBob j! m:/ :ü1) qo isbatf lk meen dan te qiogen besluiten dat deze A1 e i d in ons charter wordt bedoelden dat Wolfaard, haar echtgenoot, die in hetzelve, ten jare 1318, reeds als overleden voorkomt, niemand anders zijn kan dan Wolfaard de tweededien men tot hiertoemaar mijns achtens verkeerdelijkgemeend heeft, eerst, in den jare 1345 gestorven te zijn eene meeningdie ook door andere stnkkenzoo het 9 het noodig waszou kunnen wedersproken worden. Immers ik lees in zeker Register ter Leenkamer van Hollandomtrent den jare Ï331deze volgende woor den die blijkbaar genoeg met eene hand van dien tijd geschreven zijnItem Clays brief van Borse- lendaer hi bi ontjinc Wolfers achtendeel van Borselenvan der erfsoene van synder oudevaders doot(j>) Kan men denkendat voor den kleinzoon van Wolfaard den eerste het zoengeld, nopens den moord van zijnen grootvaderzou ontvangen zijn indien des vermoorden Wolfaards eigen zoon Wolfaard, namelijk de tweedevan wien ik tot nog toe haqdelde, destijds in leven was geweest? 'V'btk*14 Doch hier rijst eene zwarigheidde schrijvers zeg gen dat Wolfaard den tweede tweemaal is gehuwd geweest, eerst met Aleide van Henegouwen, bovengemeld bij welke hij geene kinderen zoude heb ben nagelatenen daarna met Hadwich Both v a n der E e m bij welken hij W o 1 f a ar d dien zij dfn derde noemen, en die zijnen vader in 1345, zou opgevolgd zijn, en nog drie kinderen, of, zoo anderen willen nog sjechts eene dochter zoude heb ben gewonnen 2 Laat - f; v,- f, f- CZj, 2tz'~*"t< 1 i .d nicht, Cijbelie, 'sHeeren Wolfaards dochter van fiorsseïen (Mieris, 1. c, II. D. bl. 462). Die dochter zal dus door W ol- faard II. bij onze Aleide gewonnen zijn; hebbende een kundig man, bij enkel vergissing zeker, gedacht (Ërmerins, 1. c. bl. 20) dat Joh an van Culemburg reeds ten jare i3oq zou zijn ver meld geworden, in een charter, 'tgeen op dat jaar bij Mieris ge vonden wordt, 1. c. II. D. bl. 84. Eerst in 'tjaar i351 (zoo als ook UT 1 bij Mieris, ter laatstgemelde plaatse, uit de Origines Culem- 1 1 burg. is aangeteekerid), werd aan dien Jan van Culenbure 1 j 8 znn deel uitgekeerdin den zoennopens den dood van Wolfaard - r den Eerste wiens kleinzoon hndoor znne gemalin Cijbelie. nu t geworden wasgelijk men in de Orieines Culemb. zich beroept op v de registers van Holland heb ik ook in 't Register O. P. Kas P. n fol. XXXV van de Leenkamernopens dit zoengeld deze woorden j s L.d ni.l gevonden:. Item Jans brief van Culenborch daer hi mede be- «■tv u b ra i. 2 n tl ei f. v Oipni-hi u sfu-y-Wj kent ontf. tot syns tvyf behoef een achten deel van den fab rto t InOe ,9 1) 1 a A Difiö,/i39 cjaïö al ra nor sin,* 1 u u 0 erfsoen voirsz" -Wfia oa»«cox msj wb bno*c-ïdti1. J«'\. r,o .UI no i i M i e r i s l. c. IL D. bl. 173. (o) Mieris, 1. c. II. D. bl. 38o. (p) Register O. PKas p. bl. 35 vsoals ook zekere kwijt- scheldingbrief van den moetsoene van Wolfaard van Borse len, van saterdages na S. Marcusdage i33i. (q) Zie kortheidshalve Er me rins, t. a. p. bl. 3i en 32.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1837 | | pagina 8