170 1722a 2 Juny als ook syn ander geselschap» alle te samen met stokken van 12 14 voeten lankdie vooraen een scherp beentje van eenig gediertje haddengewapend syndevelden hunne piekenom onsen man te doo- den of te kwetsensoo dat de gene die in de ^ha- loup waren genecessiteerd jwierden eenige snaphanen te lossendoch schoten voorbedagtelyk misom door 't onverwagt geschater der schoten haren man te sal- veeren op welk ongehoord geluyd, met vuurspouwing vermengdalle confuselyk als verhaesde en ver schrikte de vlugt genomen hebbena Waerop onse man schap onverhinderd aen land gekomen is uytgenomen die gene, die tot bewaring der chaloupen geschikt \va- rena Ons volk vervolgens over de scherpe witte co- raal steen en (hoedanig alle de stranden der ontdekte Eylanden syn, en waerover de Indianen blootvoets sonder letsel seer snel konnen loopen) boschwaerts in trekkende, heeft het selve een halven sak groette (wesende een soort van wilde posteleyn en thpynkers} aen boord gebragt't welk met hoenders gekookt synde voor die geene die siek in de kooy lagen, een uytnemende goede ververschinge waswaerom wy aen het Eyland de naem gavenhet Eylafd van Ver kwikking, Voorts gerapporteerd wordendedat er overvloed van groente te krygen jvasmits dat men des morgens vroeg sich naer den wal begaf, om tyd tot het versameien te hebben 5 soo is goedgevonden den volgenden nagtdie reeds begon te nakenaf en aen te houdena Hadden des middags de bevonde- ne breete van 15 graden 43 minuten Zuyd, en de ge giste lenkte van 222 graden 20 minutende gekop- Verkwikking Eiland, 171 peldo cours was Noord-Oost, de wind Zuyd-Zuyd- Oost en Zuid-Oostmet gprcefde marseyls koelte, booge Zee uyt dgn Zuydenen tamelyk goed weder. ;3. T- Sonden onse clialoupsterk bemand en wel gewapend, naer den \yal, in het 6de glas van de dag-wagt, 't welk Capitain Hooman van gelyke dedemet last van soo* veel groente te versameien en $en boord te brengen als mogclyk was. Bevonden ons met Noorder Zon op dezelfde polos hoogte en gegistè' lenkte als van gisterende wind synde Zuyd- Oost en Oost-Zuyd Oost met een marseyls koplte en goed weder. Omtrent Zons ondergank kwaï? onse chaloup terugmedebrengende vier groote sakken vol groentewelke soodanig verdeeld wierddat het gan- sche scheepsvolk vier malen daervan konde schaffen eü op dat sy het meeste nut tot ververschirig souden hebben, soo is by yder kooksel groente de helft yan een der kloekste varkens gedaenmet eene goede kwantiteyt gestoote peper't geene eene smaker Lyke soep maekte. Voorts is ons gerapporteerddat de Indianen groote schelmen warenwant wanneer seyden sywy alle naarstigheyd deden om groente te plukkensoo kymmen onder anderen een oud wyf en eene jonge dogter van veertien of vyftien jaren by ons, welkers ouderdom wy besloten, om dat de boesem in haer eerste groeysaamheyd was van uytbot- ting: desedie haer seer minsaem toonde om ons te hel pen plukkenwees met de hand dat wy boven op het hooge land moesten komen alweer alles in overvloed was; doende|ook haer kleedje af, en toonende aen het volk

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1838 | | pagina 107